ECLI:NL:RBDHA:2020:5466

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juni 2020
Publicatiedatum
18 juni 2020
Zaaknummer
C/09/593188 / FA RK 20-3175
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 9 juni 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een vrouw, geboren in 1998, die lijdt aan een bipolaire stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven het niet eens te zijn met de diagnose en de voorgestelde behandeling. Haar advocaat heeft betoogd dat er geen zorgmachtiging nodig is, omdat betrokkene bereid is medicatie in te nemen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat betrokkene lijdt aan een ernstige psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor haar geestelijke gezondheid.

De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en een zorgplan. De voorgestelde vormen van zorg zijn besproken en de rechtbank heeft geoordeeld dat deze noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor een periode tot en met 22 november 2020, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is gegeven door rechter M.C. Bruining, bijgestaan door griffier A.U. Hatuina, en is uitgesproken ter openbare zitting op 9 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/593188 / FA RK 20-3175
Datum beschikking: 09 juni 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [woonplaats] ,
advocaat: mr. T.G. Brown-Knip te Zoetermeer.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 mei 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 13 mei 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 11 mei 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 15 mei 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 09 juni 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene, in aanwezigheid van de physician-assistent, de arts-assistent en de [verpleegkundige] ;
- de advocaat;
- de [physician-assistent] ;
- de [arts-assistent] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft aangegeven het er niet mee eens te zijn dat zij is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis. Zij ziet een langere opname niet zitten. Zij wil terug naar huis waar zij zich beter zal voelen en zij staat niet achter een overplaatsing naar het Erasmus MC in Rotterdam voor verdere diagnostiek.
Haar advocaat voert namens betrokkene aan dat zij het niet eens is met het oordeel van de artsen en daarom geen behandeling wil. Wel is betrokkene bereid om medicatie in te nemen. Om die reden is er geen ruimte voor een zorgmachtiging.
De physician assistant heeft aangegeven dat betrokkene is opgenomen vanwege een manisch psychotisch toestandsbeeld en dat dit beeld nog onveranderd is. Betrokkene zou geesten zien en verdenkt haar vader van kinderverkrachting. Bij betrokkene ontbreekt het ziektebesef en –inzicht en zij wil niet meewerken aan behandeling. Om die reden is de zorgmachtiging nodig. Het is de bedoeling dat betrokkene naar een specialistisch kliniek gaat waar verder diagnostisch onderzoek wordt verricht en ook om te kijken of de ziekte mogelijk (mede) voort is gekomen uit een ongeval in het verleden.

Beoordeling

Op 1 mei 2020 is door de rechtbank een voortzetting crisismaatregel verleend tot en met
22 mei 2020.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire stemmingsstoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om het ernstig nadeel af te wenden, en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en
gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. De verzochte vormen van verplichte zorg, te weten insluiten en het controleren op gedrag beïnvloedende middelen zullen worden afgewezen, nu de physician assistent ter zitting heeft verklaard dat deze vormen van verplichte zorg momenteel niet meer strikt noodzakelijk zijn.
De rechtbank bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en
gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 november 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Bruining, rechter, bijgestaan door A.U. Hatuina als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 09 juni 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.