ECLI:NL:RBDHA:2020:5457
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met dementie en gedragsstoornissen
Op 25 mei 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1936, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie NAO met gedragsstoornissen. Het verzoek tot machtiging werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 7 mei 2020, met als doel de cliënt voor een periode van zes maanden op te nemen in een zorginstelling. De cliënt verblijft op dat moment in een verpleeginrichting en heeft ernstige problemen met het zelfzorg en vertoont hinderlijk en agressief gedrag. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 mei 2020 werd de cliënt telefonisch gehoord, waarbij zij aangaf dat het slecht met haar gaat en dat zij naar huis wil. De advocaat van de cliënt pleitte voor haar terugkeer naar huis, maar de artsen gaven aan dat dit niet verantwoord was gezien de situatie van de cliënt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan ernstige verwaarlozing en dat haar gedrag, zoals het gooien met ontlasting en verbale agressie, voortkomt uit haar aandoening. De rechtbank concludeerde dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de opname in een 24-uurs voorziening noodzakelijk is. De rechterlijke machtiging werd verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 25 november 2020. Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is vastgesteld op 2 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.