ECLI:NL:RBDHA:2020:541

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 januari 2020
Publicatiedatum
24 januari 2020
Zaaknummer
C/09/587033 / FA RK 20-143
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot verlenging van een crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1996 en afkomstig uit Rusland. De crisismaatregel was eerder opgelegd op 19 januari 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op 23 januari 2020 gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, een behandelend arts, een psychiater en een verpleegkundige aanwezig waren.

De betrokkene heeft tijdens de zitting aangegeven dat hij niet in het ziekenhuis wil blijven en dat hij het niet eens is met de geneeskundige verklaring. De arts heeft verklaard dat de betrokkene vriendelijk en coöperatief is sinds zijn opname, maar dat er mogelijk sprake is van een psychotische stoornis. De psychiater heeft ook twijfels geuit over het inzicht van de betrokkene in zijn situatie en zijn gedrag.

De rechtbank heeft op basis van de medische verklaring geconcludeerd dat er een ernstig vermoeden bestaat van een psychotische stoornis en persoonlijkheidsproblematiek bij de betrokkene. Echter, voor het toewijzen van de voortzetting van de crisismaatregel is vereist dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank heeft onvoldoende aanwijzingen gevonden dat het gedrag van de betrokkene op dat moment een dergelijk gevaar opleverde. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen.

De beschikking is gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, rechter, en is vastgesteld op 24 januari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/587033 / FA RK 20-143
Datum beschikking: 23 januari 2020
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikkingnaar aanleiding van het op 20 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1996, [geboorteplaats] , Rusland,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. R. Menschaert te 's-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 19 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel van 19 januari 2020;
  • een op 19 januari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 januari 2020.
1.3
Ter zitting waren de volgende personen aanwezig, die door de rechtbank zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de behandelend [arts] ;
- de [psychiater 2] ;
- een verpleegkundige.

2.Verweer

De betrokkene is van mening dat hij niet thuis hoort in het ziekenhuis. Hij voelt zich somber en wil graag het ziekenhuis verlaten. Betrokkene is het niet eens met hetgeen in de geneeskundige verklaring staat.
De advocaat van betrokkene heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek.
De arts heeft meegedeeld dat betrokkene is gezien bij de Opvang Verwarde Personen nadat in de thuissituatie de indruk was gewekt dat betrokkene betrekkingswanen en paranoïde wanen had. Hoewel betrokkene nog zeer ongeduldig was bij de Opvang Verwarde Personen, is hij sinds zijn opname op de huidige afdeling vriendelijk, rustig en coöperatief. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat betrokkene een psychose heeft maar mogelijk is er onderliggend wel sprake van een psychotische stoornis. Nadere diagnostiek is dan ook nodig. Betrokkene is eerder in beeld geweest vanwege een tentamen suïcide. Betrokkene krijgt op dit moment alleen rustgevende medicatie.
De psychiater heeft naar voren gebracht dat betrokkene de hele situatie bagatelliseert. Het vermoeden is dat betrokkene zich niet realiseert wat hij doet en wat voor impact dit heeft op anderen. Op dit moment is er te weinig over betrokkene bekend, mogelijk is er meer aan de hand. Betrokkene is achterdochtig, het inzicht in zijn eigen handelen ontbreekt en hij is vaak van mening dat het niet aan hem ligt. Betrokkene is eerder opgenomen geweest op de spoedeisende hulp en het beeld dat daar is beschreven komt overeen met hetgeen nu wordt gezien. Mogelijk is er sprake van psychotische belevingen.

3.Beoordeling

De rechtbank is op basis van de bevindingen in de medische verklaring van oordeel dat er een ernstig vermoeden bestaat dat bij de betrokkene sprake is van een psychotische stoornis (schizofrenie) en van persoonlijkheidsproblematiek. Daarbij is ook gebleken dat het op meerdere leefgebieden niet goed lijkt te gaan met de betrokkene en dat hij zich op momenten suïcidaal heeft geuit. Voor het toewijzen van een voortzetting crisismaatregel dient er echter sprake te zijn van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank heeft onvoldoende aanwijzingen dat het gedrag van de betrokkene thans onmiddellijk dreigend ernstig nadeel veroorzaakt. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de betrokkene zich sinds zijn opname rustig en coöperatief gedraagt. Weliswaar is bij de betrokkene sprake van achterdocht en lijkt inzicht in eigen handelen te ontbreken, maar niet is gebleken van agressief, dreigend of suïcidaal gedrag aan de zijde van de betrokkene. Gelet hierop zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

4.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, rechter, bijgestaan door mw. S.A. van Schaik-van Dommelen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 januari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.