ECLI:NL:RBDHA:2020:5327
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Frankrijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 mei 2020 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit was genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat er geen geschil bestaat over de verantwoordelijkheid van Frankrijk voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft weliswaar een aantal rapporten en artikelen over de situatie van asielzoekers in Frankrijk ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen opvang zal krijgen in Frankrijk. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er geen medische redenen waren om af te zien van de overdracht aan Frankrijk. De uitspraak is gedaan door rechter M. Kraefft in aanwezigheid van griffier S.L.L. van den Akker. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.