Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
verzoekende partij,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
- werkgever te veroordelen om aan werkneemster te betalen een bedrag van € 384,00 bruto ter zake van vakantiegeld en een bedrag van € 498,53 bruto ter zake van niet genoten vakantiedagen en deze bedragen te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en over het geheel te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag algehele voldoening;
- werkgever te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, het salaris
4.Het verweer
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Met vaststelling dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag, is de verwijtbaarheid van werkgever gegeven. Daarbij is door werkgever bovendien in het verweerschrift aangegeven dat de werkelijke reden voor het ontslag was gelegen in de - in haar ogen onterechte - ziekmelding, zodat sprake is van een andere reden dan werkgever in de ontslagbrief heeft gegeven. De kantonrechter zal daarom een billijke vergoeding toewijzen en overweegt hiertoe als volgt.
Kamerstukken II, 2013–2014, 33 818, nr. 3, pag. 32-34 en
Kamerstukken II, 2013-2104, 33 818, nr. 7, pag. 91). Uit het
New Hairstyle-arrest van de Hoge Raad van 30 juni 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1187) blijkt echter dat dit niet hoeft te betekenen dat de gevolgen van een beëindiging van het dienstverband bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding geen rol mogen spelen in een geval waarin werkgever een ernstig verwijt kan worden gemaakt van de reden dat de arbeidsovereenkomst eindigt. Als ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan dient de werknemer hiervoor volgens die wetsgeschiedenis te worden gecompenseerd, ook om dergelijk handelen of nalaten van de werkgever te voorkomen. Bij de begroting van de billijke vergoeding komt het aan op alle omstandigheden van het geval. De rechter dient in de motivering van zijn oordeel inzicht te geven in de omstandigheden die tot de beslissing over de hoogte van de vergoeding hebben geleid.