Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
- voornoemde beschikking d.d. 6 mei 2020;
- de verzoekschriften, met bijlagen;
- de adviezen van de Raad voor de Kinderbescherming als bedoeld in artikel 1:265j, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW), ten aanzien van [minderjarige 2] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] ;
- de brief d.d. 14 april 2020 van de zijde van de gecertificeerde instelling;
- het verweerschrift van de zijde van de advocaat van de ouders d.d. 22 mei 2020, met producties 1 t/m 16;
- de brief van de zijde van de advocaat van de pleegouders van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] d.d.
- voornoemde beschikking d.d. 25 februari 2020;
- het verzoekschrift van de zijde van de gecertificeerde instelling, met bijlagen;
- het verweerschrift van de zijde van de advocaat van de ouders, tevens zelfstandig verzoek tot vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing, tevens verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling;
- de e-mail van de zijde van de gecertificeerde instelling d.d. 25 februari 2020 met als onderwerp:
- de e-mail van de zijde van de gecertificeerde instelling d.d. 26 februari 2020, met als onderwerp “
- de brief van de zijde van de pleegouders van [minderjarige 4] d.d. 4 maart 2020, met bijlagen;
- de brief van de zijde van de advocaat van de ouders d.d. 6 maart 2020.
- de brief van de zijde van de advocaat van de ouders d.d. 13 maart 2020.
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- de e-mail van de zijde van de advocaat van de ouders d.d. 3 maart 2020 met als onderwerp “
- het verweerschrift van de zijde van de advocaat van de ouders d.d. 27 maart 2020, met producties 1 t/m 6.
- de aanvullende stukken van de zijde van de gecertificeerde instelling d.d. 12 maart 2020, bestaande uit bijlage 1 t/m 9;
- de e-mail van de zijde van de advocaat van de ouders d.d. 27 maart 2020 met als onderwerp “
- de aanvullende stukken van de zijde van de advocaat van de ouders d.d. 25 mei 2020;
- de aanvullende stukken van de zijde van de gecertificeerde instelling d.d. 25 mei 2020, inhoudende een verslag van de laatste stand van zaken en bijlagen 1 t/m 9.
- [vertegenwoordigers van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
- de moeder;
- de pleegouders van [minderjarige 1]
- de pleegouders van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ;
- de pleegouders van [minderjarige 4] .
2.Feiten
- De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige 1] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] verblijven feitelijk in afzonderlijke voorzieningen voor pleegzorg. [minderjarige 2] verblijft feitelijk in een gezinsgerichte voorziening.
3.Verzoeken en verweren
uitspraak rechter”, op te vatten als schriftelijke aanwijzing en geheel vervallen te verklaren. De aanwijzing houdt in dat de onbegeleide bezoekregeling van de kinderen met hun ouders op grond van artikel 1:265f BW met onmiddellijke ingang wordt opgeschort. Aan het verzoek ligt ten grondslag dat niet is voldaan aan de vereisten die op grond van de Awb aan de schriftelijke aanwijzing worden gesteld. De informatievergaring door de gecertificeerde instelling is tekort geschoten, het besluit is niet na een zorgvuldige belangenafweging tot stand gekomen, er is niet voldaan aan de hoorplicht en het besluit is niet gemotiveerd. Verder kan de schriftelijke aanwijzing door de inhoud ervan niet in stand blijven, nu niet is voldaan aan de vereisten die worden gesteld in artikel 1:263, eerste lid, BW. Tot slot ontbreekt het spoedeisend belang voor een plotselinge toepassing van de ingrijpende beperking van de omgang. De ouders hebben altijd alle medewerking verleend en vormen geen enkele bedreiging voor het welzijn van de kinderen.
- de ouders hebben ter compensatie van de gemiste omgangsmomenten twee extra weekenden omgang met [minderjarige 2] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] ;
- het uitgangspunt is dat [minderjarige 2] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] drie weekenden per maand tegelijkertijd thuis komen, met meer ruimte voor eigen beslissingen van de kinderen, op voorwaarde dat de pleegouders en de gecertificeerde instelling de wil van de kinderen niet langer proberen te beïnvloeden;
- de ouders hebben alle feestdagen en vakanties omgang met [minderjarige 2] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] .
- de ouders hebben onder begeleiding gedurende twee uur per maand omgang met [minderjarige 2] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] ;
- voorgaande is, in afwachting van de verdere voortgang en overleg met de ouders, uit te breiden door de gecertificeerde instelling. Voorwaarde voor het vormgeven van onbegeleide bezoekmomenten is daarbij dat de ouders meewerken aan begeleiding op het gebied van loyaliteitsproblematiek;
- met de pleegouders/gezinshuisouders zal worden onderzocht of de kinderen elkaar onderling vaker kunnen ontmoeten;
- ingezet wordt op herstel van de samenwerkingsrelatie en het stoppen van de strijd met betrokken hulpverleners, school en de gecertificeerde instelling;
- de ouders toestemming geven voor het hervatten van de hulpverlening aan [minderjarige 2] of dat de rechter vervangende toestemming verleent;
- [minderjarige 4] wordt ingeschreven op de praktijkschool in Gouda of dat de rechter vervangende toestemming verleent;
- de rechtbank de toestemming van de ouders vervangt zodat Youz en De Opvoedpoli de verslagen kunnen delen met de gecertificeerde instelling.
- een respectvolle afsluiting van de escalaties van de afgelopen zes weken en excuses voor de vele ongelukkige en onrechtmatige uitingen en acties jegens de ouders;
- een open gesprek over PMT-behandelingen en andere behandelingen van [minderjarige 2] ;
- een open gesprek over de grote zorgen over de kwaliteit van de pleegzorg bij de bestaande pleeggezinnen en de vraag hoe daarmee om te gaan;
- een open gesprek over de argumenten die pleiten voor een snelle terugkeer naar huis van de kinderen en andere relevante inbreng van de ouders, zonder dit uit te leggen als een strijd die de samenwerking tijdens de duur van de pleegzorg frustreert, en als het kan op een vriendelijke, respectvolle, professionele en integere manier.
4.Beoordeling
- te onderzoeken wat de wensen en behoeften van de kinderen over de omgang zijn;
- te onderzoeken wat de wensen en behoeften van de ouders hierover zijn;
- te onderzoeken hoe de ouders naast hun eigen wensen en behoeften de belangen van de kinderen kunnen dienen, mede met het oog op de bij hun leeftijd passende wensen;
- herstel van het contact van de kinderen met hun ouders te begeleiden, met het oog op het hervatten van de omgangsregeling;
- te onderzoeken hoe de samenwerking tussen de ouders, de gecertificeerde instelling en de pleegouders kan worden bevorderd, zodat hieruit voortvloeiende spanningen geen additionele belasting van de kinderen vormen.
- [minderjarige 1] : C/09/593888 / JE RK 20-1281;
- [minderjarige 2] en [minderjarige 3] : C/09/593892 / JE RK 20-1283;
- [minderjarige 4] : C/09/593890 / JE RK 20-1282.
5.Beslissingen
Verzoek tot herroeping beschikkingen
- Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
- de vader;
- de moeder;
- de advocaat van de ouders, mr. H.W.R. Nakad-Weststrate;
- de pleegouders van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ;
- de pleegouders van [minderjarige 4] ;