ECLI:NL:RBDHA:2020:5222
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met psychogeriatrische aandoeningen
Op 29 mei 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1945, die verblijft in een accommodatie. Deze beschikking volgde op een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) dat op 26 mei 2020 was ingediend. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek gehouden, waarbij de cliënt en haar advocaat aanwezig waren. De cliënt heeft aangegeven dat zij zich niet thuis voelt in de accommodatie en dat zij graag naar huis wil, maar de advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling.
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft echter benadrukt dat de cliënt, die bekend is met dementie en borderline persoonlijkheidsproblematiek, hulp nodig heeft bij verzorging en dat er een risico is op suïcidaliteit en agressie. De burgemeester van Gouda had eerder een last tot inbewaringstelling afgegeven vanwege de dreiging van ernstig nadeel. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk was. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 10 juli 2020.
De beschikking is gegeven door rechter J.J. Peters, bijgestaan door griffier S.A. van Schaik-van Dommelen, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.