ECLI:NL:RBDHA:2020:518
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een strafzaak wegens schijn van partijdigheid
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wraking van de rechter, mr. Chr.A.J.F.M. Hensen, die optrad als voorzitter van de raadkamer tijdens de behandeling van een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verzoeker. De zitting vond plaats op 3 januari 2020, waarbij de raadsvrouw van de verzoeker, mr. N. Harlequin, het verzoek indiende. Tijdens de zitting onderbrak de rechter de raadsvrouw na enkele zinnen en gaf aan dat de rechtbank het verhaal al kende. Dit leidde tot de vrees bij de verzoeker en zijn raadsvrouw dat de rechter niet onpartijdig was en niet naar de verdediging wilde luisteren. De wrakingskamer oordeelde dat de woordkeuze van de rechter ongelukkig was en dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd was. Daarom werd het wrakingsverzoek toegewezen.
De wrakingskamer heeft vervolgens besloten dat het onderzoek in de raadkamer opnieuw moet beginnen met een andere rechter. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 januari 2020. De griffier, mr. M. van Beeck, was aanwezig bij de uitspraak, die werd gedaan door de meervoudige wrakingskamer. De beslissing is definitief, er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.