ECLI:NL:RBDHA:2020:5009
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake bijzondere bijstand
Op 4 juni 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar. Eiser had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 3 april 2020, waarin het bezwaar tegen een brief van 28 januari 2020 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat het beroep kennelijk ongegrond was.
De rechtbank overwoog dat de brief van 28 januari 2020 geen besluit was in de zin van de Awb, omdat deze niet gericht was op enig rechtsgevolg. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze brief, maar de rechtbank concludeerde dat het bezwaar niet gericht was tegen een besluit zoals bedoeld in de Awb. Hierdoor was de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar door verweerder terecht.
De rechtbank besloot dat voortzetting van het onderzoek niet nodig was en verklaarde het beroep kennelijk ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. O.M. Harms, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Goederee, griffier. Vanwege de coronamaatregelen kon de uitspraak niet op een openbare zitting worden gedaan, maar zou later alsnog gepubliceerd worden op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld binnen zes weken na verzending.