ECLI:NL:RBDHA:2020:4985
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vervangende toestemming voor inschrijving basisschool en verbod op uitlatingen over huiselijk geweld in echtscheidingssituatie
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een echtscheidingsprocedure, heeft de vader een kort geding aangespannen tegen de moeder. De vader vordert vervangende toestemming voor de inschrijving van hun minderjarige dochter [minderjarige 2] op de basisschool, omdat de moeder weigert deze toestemming te verlenen. De moeder heeft de intentie om met de kinderen te verhuizen, wat de vader als schadelijk voor de ontwikkeling van [minderjarige 2] beschouwt. Daarnaast vordert de vader dat de moeder haar uitlatingen over huiselijk geweld op social media, met name LinkedIn, verwijdert, omdat deze schadelijk zijn voor zijn reputatie.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij de vorderingen van de vader. De rechter oordeelt dat het in het belang van [minderjarige 2] is om ingeschreven te worden op de basisschool, aangezien dit altijd de bedoeling van beide ouders is geweest. De moeder heeft geen gegronde redenen aangevoerd om deze inschrijving te weigeren, en de rechter verleent daarom de gevraagde vervangende toestemming.
Wat betreft de uitlatingen van de moeder over huiselijk geweld, oordeelt de voorzieningenrechter dat de moeder zich in haar privésfeer mag uitlaten, maar dat dit niet geldt voor LinkedIn, waar de berichten een zakelijke context hebben. De rechter verbiedt de moeder om dergelijke berichten op LinkedIn te plaatsen en legt een dwangsom op voor het geval zij dit verbod overtreedt. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.