ECLI:NL:RBDHA:2020:4980
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid voorzieningenrechter bij verzoek om uitbetaling dwangsom
Op 5 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening vroeg met betrekking tot de uitbetaling van een dwangsom door de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een verrekening van een bedrag van € 10.815,- dat de ISD aan hem verschuldigd was, met dwangsommen die hij aan de ISD verschuldigd zou zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat hij kennelijk onbevoegd was om van het verzoek kennis te nemen, omdat de kwestie een civielrechtelijke aangelegenheid betrof en niet onder de bestuursrechtelijke bevoegdheid viel. De voorzieningenrechter benadrukte dat de uitbetaling van de dwangsom en de verrekening daarvan niet onder de publiekrechtelijke rechtshandeling viel, maar onder het civiele recht. Dit betekende dat verzoeker zich tot de burgerlijke rechter moest wenden voor zijn vorderingen. De uitspraak van de voorzieningenrechter was voorlopig en bindt de rechtbank in de bodemprocedure niet. De voorzieningenrechter verklaarde zich onbevoegd en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, maar niet op een openbare zitting vanwege coronamaatregelen.