ECLI:NL:RBDHA:2020:494

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 januari 2020
Publicatiedatum
23 januari 2020
Zaaknummer
C/09/586754 / FA RK 20-56
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 januari 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier van justitie had op 13 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel die eerder op 10 januari 2020 was opgelegd. De betrokkene, geboren in 1949, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft verweer gevoerd tegen de voortzetting van de maatregel, waarbij hij aangaf niet in de kliniek te willen blijven en liever naar het buitenland wilde gaan.

Tijdens de mondelinge behandeling op 16 januari 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene en zijn advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, veroorzaakt door een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.

De rechtbank heeft vervolgens besloten dat er verschillende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 6 februari 2020. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en mr. R. Westerhof als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/586754 / FA RK 20-56
Datum beschikking: 16 januari 2020
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikkingnaar aanleiding van het op 13 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1949 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. Y. Polko te 's-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 10 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leiden tot het nemen van de crisismaatregel van 10 januari 2020;
  • een op 10 januari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
  • een aanvullende verklaring van [psychiater] , psychiater;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 januari 2020.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat.
- de [arts-assistent] ,
- [coassistent]
- een verpleegkundige,
- een verpleegkundige in opleiding.
1.4
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Verweer

De betrokkene heeft ter zitting verweer gevoerd. De betrokkene wil niet in de kliniek blijven en het liefst naar het buitenland, omdat hij hier niet veilig is. Bepleit is om derhalve het verzoek af te wijzen.

3.Beoordeling

3.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-levensgevaar;
-ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
-de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten achterdocht met mogelijk cognitieve problematiek dd. delier.
Vanuit achterdocht en de overtuiging dat er chips in zijn hoofd zijn ingebracht voelt betrokkene zich al dagen nergens meer veilig. Hij heeft vanuit die toestand getracht zichzelf wat aan te doen. Er zal blijkens de verklaring van de arts ter zitting nadere diagnostiek plaatsvinden, nu de betrokkene voor het eerst in beeld is bij de psychiatrie en het huidige toestandsbeeld bij de betrokken vrij plotseling lijkt te zijn ontstaan. Ook is nog onduidelijk of, en zo ja in welke mate, de betrokkene drugs gebruikte.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- Toedienen van medicatie voor de duur van drie weken;
- Andere medische handelingen en therapeutische maatregelen voor de duur van drie weken;
- Beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van drie weken;
- Insluiten voor de duur van drie weken;
- Uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van drie weken;
- Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van drie weken;
-Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van drie weken;
- Opnemen in een accommodatie voor de duur van drie weken.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De volgende vormen van zorg zijn, blijkens de verklaring van de psychiater ter zitting, niet (meer) noodzakelijk gebleken:
- Toedienen van vocht;
- Toedienen van voeding;
- Verrichten medische controles;
- Onderzoek aan kleding of lichaam;
-Beperken van het recht op het ontvangen van bezoek.
3.3
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.4
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1949 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- Toedienen van medicatie voor de duur van drie weken;
- Andere medische handelingen en therapeutische maatregelen voor de duur van drie weken;
- Beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van drie weken;
- Insluiten voor de duur van drie weken;
- Uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van drie weken;
- Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van drie weken;
-Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- Opnemen in een accommodatie voor de duur van drie weken.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 februari 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door mr. R. Westerhof als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 januari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.