Voorts heeft verweerder niet ten onrechte gesteld dat de documenten ook inhoudelijk niet overtuigen. Zo heeft eiser ter onderbouwing van de aanbesteding een bankafschrift overgelegd van zijn privé rekening waarop te zien is dat omgerekend 50.000 dollar op zijn rekening is gestort, hetgeen in strijd is met zijn verklaringen in het nader gehoor dat eenmalig 100.000 dollar is gestort. Daarbij komt dat eiser niet ter onderbouwing van zijn relaas ook een bankafschrift heeft overgelegd waarop te zien is dat de resterende 50.000 dollar op zijn rekening is gestort, dan wel afschriften waarop te zien is dat eiser geld van zijn rekening af haalt om de mannen te betalen. Eiser heeft ter zitting gesteld dat hij enkel dit document heeft kunnen krijgen via een vriend, maar hij heeft niet toegelicht waarom hij niet zelf zijn bank kan benaderen dan wel waarom zijn vriend niet ook andere afschriften kan bemachtigen. Bovendien is het niet aannemelijk dat als er daadwerkelijk sprake zou zijn van een aanbesteding die ziet op een verbouwing van gebouw en de façaden van de staatsuniversiteit Polotsk, eisers niet meer stukken over kunnen leggen die zien op het winnen van deze aanbesteding, anders dan een kopie van een bankafschrift van een privé rekening.
Ook het document waarin staat dat eiser aantreedt als directeur van het bedrijf [afkorting] overtuigt niet. Verweerder heeft in dit verband allereerst opvallend kunnen achten dat eiser tijdens zijn gehoren nimmer verklaard heeft over het bedrijf [afkorting] , waarvan hij directeur zou zijn. Voorts blijkt uit het overgelegde document dat het bedrijf op 26 november 2018 uit het handelsregister is verwijderd en dat sprake is van een verzoek om faillissement van 30 januari 2017. Eiser heeft ter zitting bevestigd dat sprake was van een faillissement, maar gesteld dat dit slechts een winstgevende constructie was. Het bevreemdt echter dat een dergelijke aanbesteding zou worden gegund aan een bedrijf dat bezig is met een faillissement. Daarbij heeft verweerder in het nadeel van eisers kunnen betrekken dat uit door verweerder verricht digitaal onderzoek niets over de aanbesteding is gevonden, ook niet in combinatie met de naam van eiser. Dat in het overgelegde stuk onder het kopje ‘achtergrond op het gebied van aanbestedingen’ de datum 13 augustus 2018 staat maakt niet dat hiermee, in weerwil van het voorgaande, alsnog is aangetoond dat eiser daadwerkelijk de aanbesteding heeft gewonnen omdat de informatie hierover te beperkt is. Uit het overgelegde document blijkt ten slotte ook niet wat het bedrijf [afkorting] precies doet. In het document staat handel en productie, maar daaruit blijkt niet dat het bedrijf gebouwen
renoveert zoals in de gestelde aanbesteding.
Ten aanzien van de verklaring van het ziekenhuis heeft verweerder allereerst opvallend kunnen achten dat eiser tijdens zijn nader gehoor heeft verklaard dat deze medische verklaring is ingenomen door de politie en eisers in beroep wel opeens een kopie van deze verklaring hebben overgelegd zonder nadere informatie over hoe zij aan het stuk zijn gekomen. Bovendien maakt de omstandigheid dat uit deze medische verklaring blijkt
dat eiser een hersenschudding heeft opgelopen op 17 maart 2019 en dat sprake is van sporen van mishandeling nog niet dat daarmee ook is aangetoond dat dit letsel is ontstaan door de gestelde mishandeling van de drie mannen.
Ten aanzien van de overgelegde verklaring van het openbaar ministerie heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat het opvallend is dat er blijkens de vertaling sprake is van taalfouten en zinnen die niet doorlopen of weggevallen zijn. Daarnaast staat in dit document helemaal niets vermeld over de aard van de zaak dan wel de aangifte.
Ook de overgelegde e-mails van eiser zelf leiden niet tot het oordeel dat, in weerwil van het voorgaande, het relaas alsnog geloofwaardig dient te worden geacht omdat dit een eigen verklaring van eiser betreft. Ten slotte is ook de algemene informatie van Vluchtelingenwerk Nederland over corruptie in Wit-Rusland onvoldoende om eisers relaas alsnog geloofwaardig te achten omdat dit algemene informatie betreft. De beroepsgrond faalt daarom.