In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 25 mei 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling en bedreiging. De verdachte heeft op 28 januari 2020 in Noordwijk een slachtoffer, aangeduid als [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toegebracht door hem met een mes te slaan, wat resulteerde in een snijwond boven het linkeroog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met een mes in zijn hand tegen het hoofd van [slachtoffer 1] heeft geslagen, maar niet bewezen geacht dat hij met het mes in het hoofd heeft gestoken of gesneden. De rechtbank oordeelde dat de verwondingen van [slachtoffer 1] als zwaar lichamelijk letsel moeten worden gekwalificeerd, gezien het blijvende litteken dat is ontstaan.
Daarnaast heeft de verdachte [slachtoffer 2] bedreigd met een mes, wat leidde tot een redelijke vrees voor zijn leven of zware mishandeling. De rechtbank heeft de verklaringen van beide slachtoffers en het bewijs, waaronder camerabeelden, in overweging genomen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn alcoholgebruik en het feit dat hij recentelijk naar Nederland was gekomen voor werk.