ECLI:NL:RBDHA:2020:4606
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de Noodverordening COVID-19 en het verbod op samenkomsten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de Coöperatieve Vereniging Utopie U.A. tegen de plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio Haaglanden. Verzoekster had een publieke bijeenkomst gepland op 26 mei 2020 in Grand Café Utopie, maar ontving een bericht van verweerder waarin werd meegedeeld dat het op grond van de Noodverordening COVID-19 verboden was om samenkomsten te organiseren. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit bericht en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft onderzocht of het bestreden bericht van verweerder kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter oordeelde dat het bericht geen appellabel besluit is, omdat het enkel een mededeling bevatte over het verbod op samenkomsten zoals vastgelegd in de Noodverordening. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verbod op samenkomsten voortvloeit uit de Noodverordening zelf en dat er geen grond is om dit als een besluit te beschouwen dat onderworpen is aan bestuursrechtelijke toetsing.
Daarom werd het bezwaar van verzoekster niet-ontvankelijk verklaard en werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak benadrukt dat de Noodverordening als een algemeen verbindend voorschrift (avv) niet kan worden getoetst door de bestuursrechter, tenzij er sprake is van een besluit in de zin van de Awb. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenveroordeling op te leggen en heeft de uitspraak gepubliceerd op de website van de Rechtspraak.