ECLI:NL:RBDHA:2020:4519
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake asielaanvraag en Dublin-overeenkomst
In deze zaak heeft eiser, een Syrische nationaliteit hebbende man, beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 2 april 2020, waarin zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. De staatssecretaris verwees naar de Dublin-verordening, waarbij Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend in Roemenië en stelde dat de staatssecretaris de behandeling van zijn aanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening had moeten overnemen. Eiser vreesde dat hij bij terugzending naar Roemenië het risico liep om naar Syrië te worden teruggestuurd, maar onderbouwde deze vrees niet voldoende. De rechtbank oordeelde dat de beroepsgronden van eiser grotendeels herhalingen waren van eerdere zienswijzen en dat de staatssecretaris al gemotiveerd had gereageerd op deze punten in het bestreden besluit. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de status van de asielaanvraag in Roemenië te verifiëren, aangezien Roemenië het terugnameverzoek had geaccepteerd en daarmee had gegarandeerd dat de asielaanvraag in behandeling zou worden genomen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak werd gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier, en werd openbaar gemaakt op 15 mei 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.