ECLI:NL:RBDHA:2020:4380
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M. Wolfrat
- A. Vranken
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overeenkomst
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Nigeriaanse verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-overeenkomst. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting was oorspronkelijk gepland op 17 maart 2020, maar is vanwege de coronamaatregelen komen te vervallen. De behandeling heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 11 mei 2020 via een Skype-beeldverbinding. Tijdens de zitting heeft de verzoeker zijn Nigeriaanse nationaliteit en geboortedatum gepresenteerd. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL20.4741, het beroep in de bodemzaak ongegrond verklaard.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening nu het beroep ongegrond was verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Wolfrat, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.