ECLI:NL:RBDHA:2020:4377
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, afkomstig uit Algerije, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser had eerder in Frankrijk asiel aangevraagd en stelde dat de opvang voor Dublinclaimanten problematisch was, en dat er risico's waren op (indirect) refoulement naar Algerije. De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kon worden gehanteerd ten aanzien van Frankrijk. De rechtbank concludeerde dat de Franse autoriteiten hun verplichtingen jegens asielzoekers nakomen en dat de vrees voor refoulement niet voldoende was onderbouwd. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.