ECLI:NL:RBDHA:2020:4367

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
18 mei 2020
Zaaknummer
NL20.5817
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overeenkomst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Nigeriaanse verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublin-overeenkomst verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting was oorspronkelijk gepland op 17 maart 2020, maar is komen te vervallen vanwege de coronamaatregelen. De behandeling heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 11 mei 2020 via een Skype-beeldverbinding. Tijdens de zitting heeft de verzoeker zijn Nigeriaanse nationaliteit en geboortedatum gepresenteerd. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL20.5816, het beroep in de bodemzaak ongegrond verklaard.

Op basis van deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening nu het beroep ongegrond was verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Wolfrat, in aanwezigheid van griffier mr. A. Vranken. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer:
NL20.5817
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J. Bravo Mougán), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 5 maart 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting was, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.5816, gepland op 17 maart 2020. Naar aanleiding van de sluiting van de rechtbank vanwege de maatregelen die zijn getroffen in verband het coronavirus is deze zitting komen te vervallen.
De zaak is behandeld op 11 mei 2020 door middel van een Skype-beeldverbinding. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

Verzoeker stelt dat hij de Nigeriaanse nationaliteit heeft en dat hij is geboren op [geboortedatum] 1997.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.5816, heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard.
De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om voorlopige voorziening af. Omdat de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard, is namelijk geen voorlopige voorziening meer nodig.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Wolfrat, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
15 mei 2020

Documentcode: DSR11619711

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.