ECLI:NL:RBDHA:2020:4299
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst Marokko
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2020 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende man, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had zijn aanvraag ingediend op basis van bedreigingen door schuldeisers in Marokko, maar de rechtbank oordeelde dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Eiser had aangevoerd dat hij niet effectief bescherming kan inroepen bij de Marokkaanse autoriteiten, maar de rechtbank vond deze stelling niet onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond was, op basis van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank oordeelde dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat eiser geen belang meer had bij dit verzoek na de uitspraak. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ok, in aanwezigheid van mr. C.H. Gall, griffier. De uitspraak is nog niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.