Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 maart 2019 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties;
- het tussenvonnis van 31 juli 2019, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- de akte overlegging producties en eisvermeerdering aan de zijde van inBalans;
- het proces-verbaal van comparitie van 4 december 2019 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
back to back, wat volgens de tekst van Overeenkomst I betekent dat voor Gielissen eveneens de rechten en verplichtingen van toepassing zijn die van toepassing zijn in de relatie tussen het RVB en GGB, voor zover daarvan niet is afgeweken in Overeenkomst I. De overeenkomst tussen de Staat en GGB is niet aan Gielissen verstrekt. Verder is in dat artikel bepaald:
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
deelpost inkrozingen
deelpost werkvoorbereiding, projectleiding, tekenwerk
deelpost engineering
kennelijkeonjuistheden in de opdracht, voordat tot uitvoering wordt overgegaan. inBalans heeft niet onderbouwd dat de omstandigheid dat voor de in de detailtekeningen opgenomen Westag deur geen RC4 certificaat kon worden afgegeven, een kennelijke onjuistheid is die Gielissen had moeten opmerken. Dit lag wel op haar weg, te meer nu ook de door InBalans zelf ingeschakelde onderaannemer ( [B.V. 1] ), kennelijk geen beletsel heeft gezien om de desbetreffende deur in de detailtekeningen op te nemen. Bovendien strookt deze stelling van inBalans niet met haar (evenmin onderbouwde) stelling ter zitting dat de voorgeschreven houten Westag deur is getest en wel degelijk aan de gestelde RC4 eis kan voldoen.
VI. Openstaand Meerwerk demontabel maken kozijnen € 41.116,- exclusief BTW
verticalenerfrichting (‘de verticale bladen’) en dat de tafels met verstelbare bladen (rechter en griffier) zijn voorzien van een tafelblad met een horizontale nerfrichting (‘de horizontale bladen’).
horizontale fineerrichtingcf het voorstel van Gielissen gisteren in de mockup te [plaats] (rechter tafelblad op foto in attachment). Dit geldt alleen voor de
in hoogte verstelbare bladen(tafels OM en ZM).
- een boete van € 34.443,04 die het RVB zou hebben opgelegd;
- een bedrag van € 4.800 in verband met de alternatieve geluidsmetingen door Arup;
- een bedrag van € 4.730 in verband met de herstelwerkzaamheden.
in verzuimis met de nakoming van zijn verplichtingen (artikel 6:74 BW). Voor verzuim is in beginsel vereist dat de schuldenaar de gelegenheid wordt geboden om eerst zelf het gebrek te herstellen (artikel 6:82 lid 1 BW). Dat geldt hier te meer, aangezien ook artikel 7:759 lid 1 als uitgangspunt bepaalt dat bij na oplevering opgekomen gebreken de aannemer de gelegenheid moet krijgen die zelf te herstellen. Niet is gebleken dat inBalans Gielissen die herstelmogelijkheid tijdig heeft geboden. inBalans heeft na ontvangst van de klacht van 12 juni 2018 zelfstandig Arup ingeschakeld, zonder Gielissen hierin te betrekken. Uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden volgt dat Gielissen pas op of rondom 19 juli 2018 van de klacht en het onderzoek van Arup op de hoogte is gesteld. inBalans heeft niet onderbouwd – en evenmin is gebleken – dat het inschakelen van Arup in samenspraak met Gielissen is gebeurd of dat het onmogelijk was om na 12 juni 2018 eerst Gielissen zelf de gelegenheid te bieden onderzoek te doen en tot herstel over te gaan. De rechtbank is van oordeel dat de kosten van het onderzoek van Arup onder deze omstandigheden niet voor rekening van Gielissen kunnen worden gebracht. Dat geldt ook voor de kosten van de tweede meting van augustus 2018, die immers samenhangt met eerdere onderzoek. De rechtbank ziet overigens in de tweede meting van Arup geen aanknopingspunt voor de stelling van inBalans dat de gebreken op 20 juli 2018 niet deugdelijk door Gielissen waren hersteld, zodat er ook in zoverre geen grondslag bestaat om de kosten voor deze tweede meting voor rekening van Gielissen te brengen.
mei2018 en dus evident op een andere kwestie dan het onderhavige geschilpunt. Derhalve moeten de gestelde herstelkosten door [aannemer] alleen al vanwege het gebrek aan enige onderbouwing worden afgewezen.
- € 323.315,59 en € 45.914,06 (hang- en sluitwerk);
- € 49.968,60 (RC4-deuren);
- € 139.654 (wanden);
- € 19.950 (tafelbladen).
27 mei 2020.Daarna zal inBalans in de gelegenheid worden gesteld daarop nog (kort) te reageren. Het gaat hierbij uitdrukkelijk alleen om de akte van inBalans van 20 november 2019 waarin zij ingaat op de hier bedoelde meerwerkposten, met uitzondering van MW069, omdat die post door inBalans als meerwerk is erkend (akte eisvermeerdering, 14.1). Overige stellingen en weren zal de rechtbank buiten beschouwing laten.