Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
anderepersonen heeft bedreigd met een terroristisch misdrijf, door die [aangever] en
anderepersonen dreigend de woorden toe te voegen "dat hij het mooi vond wat er in Nieuw Zeeland gebeurd was”, “dat hij daarvan heeft zitten smullen” en op de mededeling "over 10 á 20 jaar zijn er steeds meer moslims" te antwoorden: "dat is mooi dan hoef ik niet te mikken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
memes, en filmpjes met een rechtsextremistisch karakter en verheerlijking van wapens en geweld tegen de Islam. Zorgelijk is niet alleen dat de verdachte een aanzienlijke hoeveelheid van dit soort content in zijn bezit had, ter terechtzitting heeft hij er geen blijk van gegeven van het gedachtengoed afstand te willen nemen onder verwijzing naar de vrijheid van meningsuiting, of zelfs maar te willen begrijpen dat dergelijke afbeeldingen voor derden schokkend en weerzinwekkend kunnen zijn. Tegelijkertijd is niet gebleken dat de verdachte een actieve houding heeft gehad ten aanzien van het vervaardigen of verspreiden van dergelijke content. Hij ontving deze alleen van anderen en verwijderde ze niet. De verdachte is evenmin lid van enige (rechts)extremistische groep. Zoals eerder overwogen acht de rechtbank dan ook geen verband aanwezig tussen de bewezenverklaarde feiten en de bij de verdachte aangetroffen content. De rechtbank weegt dit dan ook niet in strafverzwarende zin mee.
7.De vordering van de benadeelde partij
8.De inbeslaggenomen goederen
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
24 (vierentwintig) maanden;
8 (acht) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde: