ECLI:NL:RBDHA:2020:422

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 januari 2020
Publicatiedatum
21 januari 2020
Zaaknummer
C/09/586166 / FA RK 20-3
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 januari 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een vrouw, geboren in 1986, die zich in een ernstige psychische crisis bevond. De officier van justitie had op 2 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 1 januari 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene zelf en haar advocaat, aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, voortvloeiend uit psychische stoornissen zoals anorexia nervosa en een bipolaire stoornis. De betrokkene had recentelijk een actieve doodswens geuit en had zichzelf ernstig getoxiceerd met medicatie en alcohol. Gezien de ernst van de situatie was het noodzakelijk om de procedure voor een zorgmachtiging niet af te wachten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van vocht, voeding en medicatie, evenals het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht, noodzakelijk waren om het ernstige nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 27 januari 2020. De beschikking is gegeven door rechter B. Martinez-Hammer, bijgestaan door griffier K.S. Versteegen, en is op 17 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/586166 / FA RK 20-3
Datum beschikking: 6 januari 2020
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikkingnaar aanleiding van het op 2 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[de vrouw],
hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. M. Lindhout te 's-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 1 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel van 1 januari 2020;
  • een op 1 januari 2020 ondertekende medische verklaring van P.M. van Putten, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 januari 2020.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. J.H.T. van Brunschot, waarnemend voor haar advocaat;
- [de officier van justitie]
- [de psychiater] ;
- [de arts] ;
- twee vriendinnen van de betrokkene.

2.Verzoek en verweer

2.1
De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij zijn verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel. Daarbij heeft hij – in overeenstemming met de door de psychiater ter zitting noodzakelijk geachte vormen van verplichte zorg – de voorgestelde vormen van verplichte zorg mondeling gewijzigd en aangevuld, in die zin dat de volgende vormen van verplichte zorg worden verzocht:
- Toedienen van vocht;
- Toedienen van voeding;
- Toedienen van medicatie;
- Beperken van de bewegingsvrijheid;
- Uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- Opnemen in een accommodatie.
2.2
De betrokkene en haar advocaat hebben zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
2.3
De arts heeft ter zitting aangevoerd dat de betrokkene na een eerdere opname in de accommodatie met betrokkenheid van ambulante behandelaren met ontslag naar huis is gegaan. Echter, snel na het ontslag is het toestandsbeeld van de betrokkene snel verslechterd. Zij bleef onophoudelijk lopen en was gestopt met eten. Het steunsysteem is hierdoor overbelast geraakt. De daaropvolgende vrijwillige opname is niet haalbaar gebleken om het gevaar af te wenden. De bipolaire stoornis van de betrokkene is voorts niet te behandelen met een ernstig ondergewicht. De komende periode zal daarom worden onderzocht of behandeling van de eetstoornis mogelijk is bij GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula. Indien behandeling aldaar geen optie blijkt te zijn voor de betrokkene, zullen de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn in de huidige accommodatie om het ernstige ondergewicht van de betrokkene tegen te gaan.

3.Beoordeling

3.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-levensgevaar;
-ernstig lichamelijk letsel;
-ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Voortvloeiend uit een actieve doodswens, heeft de betrokkene zichzelf recent ernstig getoxiceerd met medicatie in combinatie met alcohol. Daarnaast heeft de betrokkene het bewuste plan zichzelf uit te hongeren.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit psychische stoornissen, te weten anorexia nervosa en een bipolaire stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
3.2
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg maar in overeenstemming met het verzoek van de officier van justitie ter zitting, uitsluitend de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
- Toedienen van vocht;
- Toedienen van voeding;
- Toedienen van medicatie;
- Beperken van de bewegingsvrijheid;
- Uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- Opnemen in een accommodatie.
Deze vormen van verplichte zorg zijn gelet op het verhandelde ter zitting en de informatie van de psychiater noodzakelijk voor de gehele duur van de machtiging (3 weken).
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De betrokkene is bekend met een afwerende houding en zorgmijding in het ambulante kader. Momenteel heeft zij een BMI van 14.4, waardoor ingrijpen middels verplichte zorg noodzakelijk is teneinde overlijden te voorkomen. Hoewel de betrokkene heeft verklaard zich ervan bewust te zijn dat de zorg nodig is, heeft zij ook verklaard dat zij niet heeft meegewerkt aan het verbeteren van haar fysieke toestand.
3.3
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.4
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:
[de vrouw],
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- Toedienen van vocht voor de duur van drie weken;
- Toedienen van voeding voor de duur van drie weken;
- Toedienen van medicatie voor de duur van drie weken;
- Beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van drie weken;
- Uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van drie weken;
- Opnemen in een accommodatie voor de duur van drie weken;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 januari 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, rechter, bijgestaan door K.S. Versteegen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 6 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 januari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.