ECLI:NL:RBDHA:2020:4154
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift wegens te late indiening en DigiD-problemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had een bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van verweerder, waarbij een bedrag van € 175,31 van haar werd teruggevorderd. Verweerder verklaarde het bezwaarschrift niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Eiseres stelde dat zij problemen had met het inloggen via DigiD, waardoor zij het bezwaarschrift niet tijdig kon indienen. De rechtbank oordeelde dat eiseres haar bezwaarschrift op 2 november 2019 had ingediend, terwijl de termijn op 1 november 2019 afliep. De rechtbank concludeerde dat het te late indienen van het bezwaarschrift aan eiseres was te rekenen, omdat zij ook andere indieningsmethoden had kunnen gebruiken, zoals per post. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht het bezwaarschrift niet-ontvankelijk had verklaard. Eiseres had ook aangevoerd dat verweerder haar niet had gebeld over haar bezwaarschrift, maar de rechtbank vond dit niet onrechtmatig, gezien de omstandigheden. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.