ECLI:NL:RBDHA:2020:413
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
Op 9 januari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2006. Het verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing werd ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, locatie Rotterdam, naar aanleiding van zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige. De ouders, die gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag, hebben ingestemd met het verzoek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige, die kampt met emotionele en gedragsproblemen, waaronder woede-uitbarstingen en antisociaal gedrag. De ouders zijn niet in staat om de benodigde structuur en begeleiding te bieden, mede door hun eigen problematiek. De kinderrechter oordeelt dat een gedwongen hulpverleningskader noodzakelijk is om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De minderjarige wordt onder toezicht gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland en er wordt een machtiging verleend voor uithuisplaatsing in een jeugdhulpaanbieder voor een periode van zes maanden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden na de uitspraak in hoger beroep worden aangevochten.