ECLI:NL:RBDHA:2020:4109
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse politieagent wegens veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Algerijnse eiser, die zijn asielaanvraag had ingediend op 30 januari 2020. De eiser, die stelt dat hij als politieagent in Algerije heeft gewerkt en bedreigd is door terroristen, heeft zijn aanvraag ingediend na het weigeren van een dienstbevel om geweld te gebruiken tegen demonstranten. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat Algerije als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld en geconcludeerd dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van bedreiging en dat zijn deelname aan demonstraties niet voldoende is om te concluderen dat hij bij terugkeer naar Algerije een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft ook overwogen dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn weigering om een dienstbevel op te volgen, hem in de negatieve belangstelling van de Algerijnse autoriteiten heeft gebracht. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en de opgelegde inreisverbod bevestigd. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Andel, griffier.