Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Verweerder heeft hierop op 17 april 2020 gereageerd.
Overwegingen
Op 23 april 2019 heeft de Officier van Justitie besloten niet over te gaan tot verdere opsporing en vervolging naar aanleiding van eisers aangifte omdat Nederland geen rechtsmacht heeft.
Bovendien was het hebben van rechtmatig verblijf in Nederland niet de enige reden waarom het OM heeft geconcludeerd dat Nederland geen rechtsmacht toekomt.
Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat het sepotbesluit van het OM niet als een deskundigenadvies kan worden beschouwd, zodat verweerder niet gehouden was zich te vergewissen van de juistheid van deze beslissing. Hoewel een sepotbesluit niet met zoveel woorden wordt genoemd in paragraaf B9/18.2 van de Vc, volgt uit deze paragraaf wel dat een besluit van het OM waaruit blijkt dat een strafrechtelijk onderzoek nog loopt, als bewijsmiddel wordt beschouwd. De rechtbank is van oordeel dat hieruit kan worden afgeleid dat een beslissing waaruit blijkt dat het strafrechtelijk onderzoek niet meer loopt, ook als bewijsmiddel, en dus niet als deskundigenadvies, kan worden beschouwd.
De rechtbank overweegt in dat kader ook dat eiser, indien hij het niet eens is met het sepotbesluit, hij hiertegen zijn beklag had kunnen doen. Eiser heeft dit nagelaten.
De beroepsgrond slaagt niet.