ECLI:NL:RBDHA:2020:3941

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 april 2020
Publicatiedatum
30 april 2020
Zaaknummer
NL19.7404
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na ongegrondverklaring beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 april 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, van Iraanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen bij besluit van 13 oktober 2017, wat verzoekster noopte om beroep in te stellen tegen dit besluit. Daarnaast verzocht zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet zou worden uitgezet voordat er op haar beroep was beslist.

Tijdens de zitting op 10 januari 2020, waar ook het beroep met zaaknummer NL19.7403 werd behandeld, hebben beide partijen zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de aanvraag van verzoekster ongegrond is verklaard in de uitspraak van dezelfde datum met betrekking tot het beroep. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier. Het is belangrijk op te merken dat deze uitspraak niet op een openbare zitting is gedaan vanwege de coronamaatregelen, maar dat deze alsnog openbaar zal worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL19.7404

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. P.R. van de Water),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. L.J.L. Leijtens).

ProcesverloopBij besluit van 13 oktober 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdin de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van het beroep van verzoekster met zaaknummer NL19.7403, plaatsgevonden op 10 januari 2020. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Verzoekster is van Iraanse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] .
2. Verzoekster verzoekt de voorzieningenrechter om verweerder te verbieden om haar uit te zetten voordat op het beroep is beslist.
3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL19.7403, doet de rechtbank uitspraak op het beroep en verklaart dit ongegrond. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier.
Deze uitspraak is gedaan op en bekend gemaakt op:
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.