ECLI:NL:RBDHA:2020:3934

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 maart 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
NL20.2424
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van echtgenoot's problemen met veiligheidsdiensten in Azerbeidzjan

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2020 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij eiseres, een Azerbeidjaanse vrouw, beroep heeft ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had samen met haar echtgenoot en kinderen op 8 januari 2019 asiel aangevraagd in Nederland. Eiseres verklaarde dat zij zelf geen problemen had ondervonden in Azerbeidzjan, maar dat zij bij terugkeer gevaar loopt vanwege de problemen die haar echtgenoot heeft met de Azerbeidjaanse veiligheidsdiensten. Het bestreden besluit van de staatssecretaris, dat de asielaanvraag afwees, werd door de rechtbank beoordeeld.

Tijdens de zitting op 4 maart 2020, waar ook het beroep van de echtgenoot van eiseres werd behandeld, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de echtgenoot niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij problemen heeft met de veiligheidsdiensten. Aangezien eiseres zich enkel beroept op de problemen van haar echtgenoot, heeft de rechtbank geoordeeld dat de staatssecretaris de aanvraag van eiseres terecht heeft afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier A.A. Dijk, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.2424
V-nummer: [nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiseres,

mede namens haar minderjarige kinderen [naam 2] en [naam 3] ,
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. V. Schreuder).

ProcesverloopEiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 22 januari 2020 (het bestreden besluit).

Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van het beroep van de echtgenoot van eiseres (NL20.2423), plaatsgevonden op 4 maart 2020. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Eiseres is geboren op [geboortedatum] en heeft de Azerbeidjaanse nationaliteit. Op 8 januari 2019 heeft zij, samen met haar echtgenoot en kinderen, asiel aangevraagd in Nederland. Eiseres heeft verklaard dat zij persoonlijk geen problemen heeft ondervonden in Azerbeidzjan, maar dat zij bij terugkeer gevaar loopt vanwege de problemen die haar echtgenoot heeft met de veiligheidsdiensten. Bij het bestreden besluit heeft verweerder deze aanvraag afgewezen.
In de uitspraak van vandaag op het beroep van de echtgenoot van eiseres heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder niet ten onrechte heeft overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij problemen heeft met de Azerbeidjaanse of Turkse veiligheidsdiensten en daarom niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. Nu eiseres zich slechts heeft beroepen op de gestelde problemen van haar echtgenoot, heeft verweerder de aanvraag van eiseres terecht afgewezen en is haar beroep ongegrond.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.