Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
S.J. Versteeg, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker, een Jemeniet met V-nummer [nummer], beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 26 februari 2020 de aanvraag van verzoeker ingewilligd. Hierop heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Verweerder heeft ingestemd met een vergoeding van € 262,50 voor de proceskosten.
De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de proceskosten. De kosten zijn vastgesteld op € 262,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor van 0,5. De rechtbank heeft uitspraak gedaan zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en de rechtbank heeft de mogelijkheid om een bestuursorgaan te veroordelen in de proceskosten als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. de Jonge, rechter, in aanwezigheid van S.J. Versteeg, griffier, en is openbaar gemaakt, hoewel niet op een openbare zitting vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld binnen zes weken na bekendmaking.