ECLI:NL:RBDHA:2020:3829

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2020
Publicatiedatum
24 april 2020
Zaaknummer
NL20.5140
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig nemen van een besluit in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft eiser, een Ugandese nationaliteit hebbende, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank, zittende in Groningen, heeft op 8 april 2020 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure onder zaaknummer NL20.5140. Eiser heeft zijn aanvraag op 12 augustus 2019 ingediend, en de beslistermijn voor het nemen van een besluit op deze aanvraag liep tot 12 februari 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling van 11 februari 2020 prematuur is ingediend, wat betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft deze uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.5140

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser,
geboren op [geboortedatum] ,
van Ugandese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag.
Verweerder heeft op 13 maart 2020 een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
Ingevolge artikel 8:55b, eerste lid, van de Awb doet de rechtbank, indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, binnen acht weken nadat het beroepschrift is ontvangen en aan de vereisten van artikel 6:5 van de Awb is voldaan, uitspraak met toepassing van artikel 8:54 van de Awb, tenzij de rechtbank een onderzoek ter zitting noodzakelijk acht.
Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. Tegen het niet tijdig beslissen staat dan ook beroep bij de rechtbank open. Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen (artikel 6:12, tweede lid, van de Awb).
Ingevolge artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) beslist het bestuursorgaan binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 28 dan wel artikel 33 van de Vw 2000. Verweerder ontving de aanvraag op 12 augustus 2019. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de beslistermijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag loop tot 12 februari 2020. De rechtbank stelt verder vast dat de ingebrekestelling van 11 februari 2020 prematuur is ingediend.
5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van S.J. Versteeg, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op:
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank binnen zes weken na de dag van bekendmaking. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.