ECLI:NL:RBDHA:2020:3757

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2020
Publicatiedatum
23 april 2020
Zaaknummer
C/09/589268 / FA RK 20-1175
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1947, die lijdt aan een psychotisch toestandsbeeld, vermoedelijk in het kader van schizofrenie. De officier van justitie had op 28 februari 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische verklaringen en rapporten, waarin werd verzocht om verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling verklaarde de betrokkene dat zij zich goed voelde en dat zij niet psychotisch was, maar de medische professionals gaven aan dat zij geen ziekte-inzicht had en dat er sprake was van gevaarlijk gedrag, waaronder het lopen met een honkbalknuppel en het veroorzaken van overlast in de buurt.

De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel dat de betrokkene veroorzaakte af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, waarbij de betrokkene onder andere medicatie moest krijgen, medische controles onderging, en haar bewegingsvrijheid beperkt werd. De rechtbank wees echter enkele van de verzochte vormen van zorg af, zoals het toedienen van vocht en voeding, omdat deze op dat moment niet noodzakelijk waren.

De beschikking werd gegeven door rechter O.F. Bouwman, bijgestaan door griffier A.E. Babulall-Balkaran, en is vastgesteld op 21 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/589268 / FA RK 20-1175
Datum beschikking: 06 april 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1947 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. M.Y. van der Bijl te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 28 februari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een niet ingevulde zorgkaart waarbij op bladzijde 3 staat vermeld “Patiënte weigert
elke medewerking aan behandeling, zo ook aan het opstellen van een zorgkaart. Zij
is ingelicht over de aanvraag van de zorgmachtiging en mogelijkheden van bezwaar,
maar is niet van voornemens hier iets in te doen”;
- een zorgplan van 21 februari 2020 met bijlagen;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 26 februari 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 06 april 2020.
Vanwege de sluiting van de rechtbank in verband met de maatregelen rond het coronavirus zijn de volgende personen (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) gelijktijdig telefonisch door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [arts-assistent] ;
- [psychiater 2] ;
- [verpleegkundige]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.
Standpunten ter zitting
Betrokkene heeft verklaard dat zij zich goed voelt. Zij vindt het niet prettig in het psychiatrisch ziekenhuis. Betrokkene is druk met bezigheden en wil buiten de instelling ook dingen doen. De buren wonen er niet meer. Zij zijn uit hun huis gezet en nu is het rustig. De betrokkene ontkent psychotisch te zijn. Zij heeft een toernooi georganiseerd op Curaçao en Bonaire. Het hele programma stagneert nu. Koning Willem Alexander en koningin Maxima zouden ook komen.
De advocaat heeft verklaard dat het verzoek voor de zorgmachtiging bij de rechtbank lang heeft gelegen. De betrokkene heeft een blanco psychiatrisch verleden. De advocaat verkiest de beoordeling van de voortzetting van de crisismaatregel boven de zorgmachtiging omdat er in de komende weken ook veel kan gebeuren. De betrokkene herkent zich niet in het beeld dat van haar wordt geschetst. De buren vallen de betrokkene lastig. De advocaat heeft voorts verklaard dat van de verzochte vormen van verplichte zorg het toedienen van vocht en voeding niet nodig is. De betrokkene drinkt en eet nu beter.
De arts-assistent heeft verklaard dat sprake is van een psychotisch toestandsbeeld. De betrokkene heeft geen ziekte-inzicht. Zij weigert daarom medicatie in te nemen en ze weigerde eerst te eten en te drinken. Dat doet ze nu wel weer. In de thuissituatie riep de betrokkene agressie van anderen over zich af. Ze liep met een honkbalknuppel bij de buren langs. Ook is sprake van een dreigende uithuiszetting en weigert ze medicatie voor somatische behandeling.
De arts-assistent heeft met betrekking tot de verzochte vormen van verplichte zorg verklaard dat niet alle verzochte vormen van verplichte zorg thans nog noodzakelijk zijn, te weten:
-andere medische handelingen en therapeutische maatregelen
-insluiten
-onderzoek aan kleding of lichaam
-onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrags-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
-controleren op de aanwezigheid van gedrags-beïnvloedende middelen en
-aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De psychiater heeft verklaard dat de duur van de opname afhangt van hoe goed betrokkene meewerkt aan haar behandeling. Er zijn meerdere behandelopties. Betrokkene wil echter geen antipsychotica innemen. Ze mocht kiezen tussen een prik of orale medicatie. Er is toen een prik gegeven. Betrokkene reageert goed op de medicatie. De zorgmachtiging was al aangevraagd. Omdat de behandeling van dat verzoek niet kon worden afgewacht, is een crisismaatregel aangevraagd. De zorgmachtiging is nodig om betrokkene te behandelen. Haar kinderen hebben verteld dat het al 20 jaar niet goed gaat. Betrokkene weigerde in zorg te komen. De ambulante behandelaren kunnen dan niks doen. Er is dus geen sprake van een blanco psychiatrische voorgeschiedenis. Al haar buren hebben problemen met haar. Voor wat betreft de verzochte vormen van verplichte zorg betreffende het toedienen van vocht en voeding, heeft de psychiater verklaard dat deze vorm tot nu toe niet noodzakelijk is geweest.

Beoordeling

Bij de rechtbank ligt ter beoordeling een verzoek om voortzetting van de crisismaatregel en een verzoek om een zorgmachtiging te verlenen. Gelet op de omstandigheid dat het verzoek om een zorgmachtiging het meest verstrekkende verzoek is, zal de rechtbank over dit verzoek oordelen.
Op grond van artikel 6:2 lid 1 sub a van de Wvggz dient de rechtbank binnen drie weken na ontvangst van het verzoekschrift tot een zorgmachtiging uitspraak te doen. Deze termijn is inmiddels overschreden. Gelet op de bijzondere omstandigheden veroorzaakt door het coronavirus en nu uit de stukken en ter zitting inzicht is verkregen in de actuele situatie van de betrokkene acht de rechtbank de termijnoverschrijding in dit geval verschoonbaar.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotisch toestandsbeeld, vermoedelijk in het kader van schizofrenie.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
- ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Uit de medische verklaring en de verklaring van de gehoorde personen ter zitting blijkt dat betrokkene met een honkbalknuppel langs de buren loopt en ’s-nachts met een stok op de deur heeft geslagen. Ook zijn er bij de GGZ en de wijkagent veel meldingen van overlast die betrokkene zou veroorzaken binnengekomen. Betrokkene heeft daarnaast vergiftigingswanen en is de laatste tijd tientallen kilo’s afgevallen. Voormelde gedragingen komen voort uit de psychische stoornis en zorgen voor het ernstig nadeel.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig.
Gelet op hetgeen ter zitting is besproken ziet de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van verplichte zorg in de vorm van:
-toedienen van vocht en voeding;
-andere medische handelingen en therapeutische maatregelen
-insluiten
-onderzoek aan kleding of lichaam
-onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrags-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
-controleren op de aanwezigheid van gedrags-beïnvloedende middelen en
-aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Het verzoek zal in zoverre worden afgewezen.
De overige in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie:
De rechtbank acht voldoende gemotiveerd waarom deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw] ,

geboren op [geboortedag] 1947 te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie voor de duur van zes maanden;
- verrichten medische controles voor de duur van zes maanden;
- beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van zes maanden;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van zes maanden;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van zes maanden:
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 6 oktober 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. O.F. Bouwman, rechter, bijgestaan door A.E. Babulall-Balkaran als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 06 april 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 april 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.