Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2020 in de zaak tussen
[eiseres 1] , eiseres 1, V-nummer [v-nummer] , [eiseres 2] , eiseres 2, V-nummer [v-nummer] , [eiser] , eiser, V-nummer [v-nummer] ,gezamenlijk te noemen ‘eisers’,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beide partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Tevens is verschenen de heer [A] , referent.
Overwegingen
Eiseres 1 is de moeder van de overige eisers.
eiseres 1.
Eisers stellen verder dat er een objectieve belemmering bestaat om met referent het gezinsleven, zoals bedoeld in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), in Nepal uit te oefenen. Verweerder heeft ontoereikend gemotiveerd waarom er geen objectieve belemmering bestaat. Tot slot stellen eisers dat de hoorplicht is geschonden, nu verweerder ten onrechte heeft afgezien van het horen. Eisers zijn hierdoor in hun belangen geschaad.
4.3. Uit paragraaf B7/3.1.1. van de Vreemdelingencirculaire 2000 volgt dat verweerder aanneemt dat sprake is van een duurzame en exclusieve relatie als bedoeld in artikel 3.14, aanhef en onder b, van de Vb 2000 als de relatie in voldoende mate met een huwelijk op één lijn is te stellen. Als verweerder onvoldoende informatie heeft om te beoordelen of sprake is van een duurzame en exclusieve relatie, dan kan verweerder de aanvraag afwijzen.
Beslissing
mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op