ECLI:NL:RBDHA:2020:3582

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 april 2020
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
NL20.7802
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanwijzing op grond van artikel 55 Vreemdelingenwet 2000 niet-ontvankelijk verklaard na intrekking besluit

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 april 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, die stelt de Colombiaanse nationaliteit te hebben, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 23 maart 2020, waarin hem een aanwijzing op grond van artikel 55 van de Vreemdelingenwet 2000 werd gegeven. Dit besluit verplichtte eiser om zich beschikbaar te houden op het terrein van de Willem Bodewijk van Nassaukazerne in Zoutkamp gedurende de behandeling van zijn asielaanvraag.

Op 3 april 2020 heeft de staatssecretaris het bestreden besluit ingetrokken, waarna eiser zijn beroep heeft gehandhaafd. De rechtbank heeft partijen gevraagd om hun beroepsgronden en verweer schriftelijk in te dienen, gezien de ontwikkelingen rondom het coronavirus. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en op 10 april 2020 gesloten.

De rechtbank overweegt dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de procedure, nu het bestreden besluit is ingetrokken en hij daarmee heeft bereikt wat hij wilde. Daarnaast is er geen procesbelang meer in de vergoeding van proceskosten, aangezien verweerder heeft aangegeven deze te zullen voldoen. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Pronk, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat voor partijen geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.7802

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. R.M. Boesjes),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 23 maart 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder eiser een aanwijzing op grond van artikel 55 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) uitgereikt en bepaald dat eiser zich gedurende zijn behandeling van zijn asielaanvraag beschikbaar dient te houden op het terrein van de Willem Bodewijk van Nassaukazerne in Zoutkamp.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft partijen op 31 maart 2020 in verband met de ontwikkelingen rondom het coronavirus gevraagd om de beroepsgronden en het verweer zoveel mogelijk schriftelijk in te dienen. Daarnaast heeft de rechtbank partijen gevraagd te laten weten of zij de zaak schriftelijk of via een telefonische verbinding willen laten behandelen.
Bij brief van 3 april 2020 heeft verweerder bericht dat het bestreden besluit op 3 april 2020 is ingetrokken en dat hij de proceskosten (1 punt) vergoedt.
Op 6 april 2020 heeft de gemachtigde van eiser bericht het beroep te handhaven.
Met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek op 10 april 2020 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt de Colombiaanse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] .
2. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser geen procesbelang meer bij deze procedure omdat verweerder het bestreden besluit heeft ingetrokken en eiser zodoende heeft bereikt wat hij wilde met zijn beroep. Voor zover eisers belang is gelegen in de overplaatsing naar een andere opvanglocatie (AZC), zoals hij in het bericht van 6 april 2020 heeft gesteld, overweegt de rechtbank dat dit niet in de onderhavige procedure ter beoordeling kan liggen omdat dit ziet op de opvang.
3. Nu verweerder eiser reeds te kennen heeft gegeven de proceskosten te zullen voldoen, is ook daarin geen procesbelang gelegen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. Pronk, griffier.
Deze uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus wordt deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Op grond van artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw staat tegen deze uitspraak voor partijen geen hoger beroep open.