Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Stichting Women on Waves te Amsterdam,
Stichting Proefprocessenfonds Bureau Clara Wichmannte Amsterdam,
[eiseres sub 3]te [plaats 1] ,
[eiseres sub 4]te [plaats 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
primairde Staat te verbieden artikel 2 Waz en artikel 296 lid 1 jo lid 5 Sr toe te passen, c.q. te handhaven met betrekking tot het verstrekken van een medicamenteuze abortusbehandeling door BIG geregistreerde artsen en apothekers, voor de duur dat er op grond van de COVID-19 pandemie maatregelen van kracht zijn die op enige wijze de toegang van vrouwen tot abortusklinieken beperken;
subsidiairde Staat te verbieden artikel 2 Waz en artikel 296 lid 1 jo lid 5 Sr toe te passen, c.q. te handhaven ten opzichte van BIG geregistreerde artsen en apothekers c.q. instellingen en organisaties die een vergunning hebben om abortusbehandelingen uit te voeren en dit verbod uit te spreken met betrekking tot het verstrekken van een medicamenteuze abortusbehandeling, voor de duur dat er op grond van de COVID-19 pandemie maatregelen van kracht zijn die op enige wijze de toegang van vrouw tot abortusklinieken beperken;
4.De beoordeling van het geschil
onmiskenbaar onverbindendis (zijn) wegens strijd met eenieder verbindende verdragsbepalingen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Dit criterium vloeit voort uit artikel 94 van de Grondwet en vaste jurisprudentie (vgl. HR 1 juli 1983, NJ 1984/360). De in acht te nemen terughoudendheid vindt haar grondslag in de op de Grondwet berustende verdeling van bevoegdheden van de verschillende staatsorganen, de scheiding der machten. Wetten in formele zin worden vastgesteld door de wetgever. Het is bij uitstek de taak van de wetgever om alle in het geding zijnde argumenten en belangen af te wegen. De beoordelingsruimte van de voorzieningenrechter is dus heel beperkt.