ECLI:NL:RBDHA:2020:3548

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
17 april 2020
Zaaknummer
C/09/548820 / HA ZA 18-234
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van vrachtauto voor bloemenhandel

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen een eiseres en een gedaagde over de non-conformiteit van een vrachtwagen, specifiek een Mercedes Atego 818, die door de gedaagde aan de eiseres is geleverd voor het transport van bloemen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.H.K. Peereboom-Bogers, heeft de vrachtwagen aangeschaft met de verwachting dat deze geschikt zou zijn voor het vervoeren van een bepaalde hoeveelheid bloemen. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.P. Heeren, heeft de vrachtwagen geleverd met vier karren, maar de eiseres stelt dat het laadvermogen onvoldoende is om een normale lading bloemen te vervoeren, wat leidt tot haar vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst.

De rechtbank heeft in haar vonnis van 22 april 2020 vastgesteld dat de vrachtwagen geen gebreken vertoont die aan normaal gebruik in de weg staan. De deskundige heeft geconcludeerd dat de vrachtwagen, mits de wettelijk toegestane massa niet wordt overschreden, geschikt is voor het transport van bloemen. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres tot ontbinding van de overeenkomst afgewezen, omdat zij niet in gebreke heeft gesteld en de gedaagde niet in verzuim is geraakt. De rechtbank oordeelt dat de vrachtwagen voldoet aan de eigenschappen die de eiseres op grond van de overeenkomst mocht verwachten, en dat de karren niet als essentieel onderdeel van de overeenkomst kunnen worden beschouwd. De eiseres is in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 7.071,00, inclusief de kosten van de deskundige van € 5.250,00.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/548820 / HA ZA 18-234
Vonnis van 22 april 2020
in de zaak van
[eiseres],
te [plaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. L.H.K. Peereboom-Bogers te Utrecht,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. R.P. Heeren te Leiden.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 30 januari 2019;
  • het deskundigenbericht van 18 oktober 2019;
  • de conclusie na deskundigenbericht, tevens houdende akte overlegging producties, tevens houdende akte wijziging eis van [eiseres] van 11 december 2019 met 4 producties;
  • de antwoordconclusie na deskundigenbericht van [gedaagde] van 22 januari 2020.
1.2.
De rechter die de comparitie van 16 oktober 2018 heeft voorgezeten en het tussenvonnis van 30 januari 2019 heeft uitgesproken, kan om organisatorische redenen dit eindvonnis niet wijzen. De rechter die dit eindvonnis wijst is bij de comparitie van 16 oktober 2018 aanwezig geweest.
1.3.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De vordering

2.1.
Bij de akte wijziging eis heeft [eiseres] haar eis vermeerderd met een bedrag van
€ 8.061,98. Dat zijn de door [eiseres] gemaakte kosten voor vervangend vervoer en verzekering. De oorspronkelijke vordering wordt aldus verhoogd van € 92.319,15 tot
€ 100.381,13.
2.2.
[gedaagde] heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze eisvermeerdering. De rechtbank ziet geen aanleiding deze ambtshalve buiten beschouwing te laten en zal dus beslissen op de gewijzigde eis (artikel 130 Rv).

3.De verdere beoordeling

3.1.
In het tussenvonnis van 30 januari 2019 heeft de rechtbank een deskundige benoemd in de persoon van de heer B. van der Horst, verbonden aan DEKRA Automotive, Servicecenter Specials te Alkmaar (de deskundige). Aan hem is de opdracht verstrekt om de in het tussenvonnis van 30 januari 2019 onder r.o. 5.2 geformuleerde vragen te beantwoorden. De deskundige heeft die vragen in zijn deskundigenbericht van 18 oktober 2019 beantwoord. De door de rechtbank gestelde vragen en de beantwoording van de deskundige worden hieronder weergegeven, waarbij de antwoorden van de deskundige cursief zijn. Deze antwoorden zijn letterlijk overgenomen uit het originele deskundigenbericht, inclusief type- en taalfouten.
1. Is de Mercedes Atego 818 (hierna: de vrachtwagen) geschikt voor de transport en distributie van bloemen?
De Mercedes Atego 818 is door de op het chassis daarvan gemonteerde carrosserie, die is geconditioneerd en voorzien van een temperatuurregeling, geschikt voor het transport en distributie van bloemen, mits de maximale toegestane massa van de vrachtwagen daarbij niet wordt overschreden.
2. Is de vrachtwagen geschikt om bloemen in karren mee te vervoeren, mits de technisch maximale massa niet wordt overschreden?
Mits de technische maximale massa niet wordt overschreden is de vrachtwagen door de in de carrosserie aangebrachte ladingrails geschikt voor het transport van bloemen in karren. Door de aanwezigheid van ladingrails kunnen de karren goed worden vastgezet in de carrosserie.
3. Hoeveel kilogram lading zou een andere Mercedes Atego van deze afmetingen normaliter zonder problemen moeten kunnen vervoeren? Kunt u een maximum bepalen?
Het totaal te vervoeren lading van een andere Mercedes Atego van deze afmeting is afhankelijk van het type Atego en de voor de carrosserie gebruikte materialen.
Er bestaan diverse typen van een Mercedes Atego. Ieder type heeft een bepaalde maximale massa.
In de typeaanduiding van een Mercedes wordt met eerste cijfer(s) de maximale massa aangegeven. Met de laatste cijfers het motorvermogen. Een Mercedes Atego 818 heeft dus een maximale massa van 8.000 kilogram en een motorvermogen van 180 Hp.
Het gewicht van een op het chassis gemonteerde carrosserie zal, zoals eerder aangegeven, afhankelijk zijn van de daarvoor gebruikte materialen. Het laadvermogen van een vrachtwagen is dus afhankelijk van het gewicht van de op het chassis gemonteerde carrosserie en alle na productie aangebrachte extra’s en accessoires, zoals bij de onderhavige vrachtwagen de aan de achterzijde van het chassis gemonteerde hydraulische laadklep.
4. Hoeveel kilogram lading kan de vrachtwagen maximaal zonder problemen vervoeren?
De maximaal toegestane massa van de vrachtwagen bedraagt 8.000 kilogram.
Het totaal ledig gewicht van de vrachtwagen bedraagt 6.620 kilogram.
Dit betekend dat er met de vrachtwagen totaal 1.380 kilogram (8.000 – 6.620) aan lading probleemloos kan worden vervoerd.
Opmerking:
Het gewicht van de chauffeur en karren dient te worden gezien als lading. Het gewicht van de vrachtwagen met karren is door weging vastgesteld op een totaal van 7.400 kilogram. Dit betekend dat het gewicht van de chauffeur, karren en lading tezamen niet meer zal mogen bedragen dan 600 kilogram.
5. Is het mogelijk dat de vrachtwagen begint te zwabberen als deze te zwaar is beladen? En als deze normaal is beladen zoals bedoeld onder vraag 3?
Mits de maximale toegestane massa van de vrachtwagen niet wordt overschreden en indien de lading gelijkelijk wordt verdeeld over het totale oppervlak van de laadvloer en er geen technische mankementen aan de vrachtwagen aanwezig zijn, zal de vrachtwagen normaal te besturen zijn.
Overschrijding van de maximale toegestane massa, foutieve wijze van belading en/of aanwezigheid van technische mankementen kunnen mede van invloed zijn op de wegligging van de vrachtwagen. Het gaan zwabberen van de vrachtwagen kan dan niet worden uitgesloten. Uiteraard kunnen de snelheid waarmee wordt gereden en diverse van buiten komende zaken, zoals het wegdek en de weersomstandigheden waaronder wordt gereden ook van invloed zijn op het rijgedrag van de vrachtwagen.
6. Is het mogelijk dat de vrachtwagen beschadigd kan raken als deze te zwaar is beladen?
Indien de vrachtwagen te zwaar wordt beladen zou dit kunnen leiden tot beschadigingen. Hoe meer en hoe vaker het maximaal toegestane laadvermogen wordt overschreden hoe groter de kans op beschadigingen.
7. Indien vraag 6 met ‘ja’ wordt beantwoord: is het dan mogelijk dat de vrachtwagen daardoor gaat zwabberen?
Beschadigingen die ontstaan door het overschrijden van het maximale laadvermogen en het daardoor gaan zwabberen van de vrachtwagen kan niet worden uitgesloten.
8. Heeft de wijze waarop de vrachtwagen wordt beladen c.q. de wijze waarop het gewicht van de lading in de laadbak van de vrachtwagen wordt verdeeld invloed op het rijgedrag van de vrachtwagen?
De wijze van belading c.q. de wijze waarop het gewicht van de lading in de laadruimte wordt verdeeld is van groot belang op het rijgedrag van de vrachtwagen. Juiste verdeling van het gewicht draagt bij aan een juiste as- en wielbelasting.
9. Kan de vrachtwagen door een verkeerde wijze van beladen gaan zwabberen?
Bij een verkeerde wijze van beladen valt het gaan zwabberen van de vrachtwagen niet uit te sluiten.
10. Klopt de verhouding tussen de grootte van de bak en het chassis en/of vering van de vrachtauto?
Door het verlengen van het chassis en daarmee het vergroten van de wielbasis is de grootte van de bak (carrosserie) in verhouding met het chassis en de daaronder gemonteerde vering.
Indien de nu gemonteerde carrosserie zonder verlenging van het chassis en zonder vergroting van de wielbasis op het chassis van de vrachtwagen zou zijn gemonteerd, zou dit wel negatieve invloed hebben gehad op de verhouding en de verdeling van het gewicht op de voor- en achteras.
11. Wat is de staat van het chassis van de vrachtwagen?
Het chassis van de vrachtwagen verkeerd in goede staat. Wij hebben tijdens de door ons verrichte inspectie van de vrachtwagen geen gebreken aan het chassis aangetroffen, die van invloed zouden kunnen zijn op het rijgedrag van de vrachtwagen.
12. Geeft het luchtveringssysteem een melding als er sprake is van overbelading?
Het systeem van de luchtvering geeft een melding via een controlelamp in het display van het dashboard in de cabine van de vrachtwagen indien de vering niet in de zogenaamde rijstand staat en tevens zodra er een storing in het luchtsysteem mocht ontstaan. Bij overbelading geeft het systeem geen melding.
13. Hoe reageert de luchtvering bij overbelading?
Bij overbeladen zal de druk in de veerbalgen van het veersysteem toenemen. Het luchtveersysteem zal dan namelijk trachten de ingestelde rijhoogte te behouden door de druk in de veerbalg te verhogen. Een hogere druk in de veerbalgen kan de rijeigenschappen beïnvloeden. Uiteraard heeft niet alleen de werking van het veersysteem invloed op de rijeigenschappen. Zoals eerder vermeld kunnen andere factoren daarop ook van invloed zijn.
14. Kent deze vrachtwagen een gebrek of een tekortkoming en zo ja, welke?
Wij zijn tijdens de door ons verrichte inspectie geen gebreken of tekortkomingen door ons aan de vrachtwagen vastgesteld.
15. Indien vraag 14 met ‘ja’ wordt beantwoord: is dit gebrek of die tekortkoming van invloed op de rijeigenschappen van de vrachtwagen en zo ja, op welke rijeigenschappen?
Zie antwoord vraag 14.
16. Indien vraag 14 met ‘ja’ wordt beantwoord: verhinderen deze gebreken dat de vrachtwagen met een als gemiddeld te beschouwen lading bloemen in de laadbak aan het verkeer kan deelnemen (zowel op hoge als op lage snelheid)?
Zie antwoord vraag 14.
17. Indien vraag 14 met ‘ja’ wordt beantwoord: is dit gebrek of die tekortkoming mogelijk veroorzaakt door een eerdere overbelading van de vrachtwagen?
Zie antwoord vraag 14.
18. Indien vraag 14 met ‘ja’ wordt beantwoord: kan dit gebrek of die tekortkoming worden hersteld en zo ja, hoe?
Zie antwoord vraag 14.
19. Indien vraag 18 met ‘ja’ wordt beantwoord: kunt u een inschatting geven wat de kosten van een dergelijk herstel zijn?
Zie antwoord vraag 18.
20. Heeft u verdere opmerkingen die met betrekking tot deze zaak relevant kunnen zijn?
Wij hebben in dit stadium geen opmerkingen, die relevant zouden kunnen zijn in deze zaak.
3.2.
De deskundige heeft zijn concept-rapportage aan [eiseres] en [gedaagde] gestuurd en hen de gelegenheid gegeven hierop te reageren. [gedaagde] gaf aan zich geheel te kunnen vinden in de inhoud en de conclusies van het concept deskundigenbericht.
3.3.
[eiseres] had nog een aantal vragen en opmerkingen. Voor zover relevant voor dit vonnis zijn de opmerkingen van [eiseres] hieronder weergegeven met daarbij de antwoorden van de deskundige.
Opmerking 1
Pagina 6, paragraaf 2.1.c. Proefrit:
De deskundige geeft aan dat hij een proefrit van 26 kilometer heeft gemaakt met de vrachtwagen beladen met enkel de lege bloemenkarren en dat de vrachtwagen een lichte deindende beweging maakte die door hem als normaal werden bevonden voor een vrachtwagen van dit type. Gelet op het feit dat de proefrit plaatsvond met de vrachtwagen en de bloemenkarren, vond de proefrit plaats bij een totale massa van 7.400 kg. Mag ik hieruit opmaken dat de deskundige in zijn geheelgeenproefrit heeft gemaakt met de vrachtwagen beladen met een als normaal te beschouwen belading aan bloemen? Meer specifiek, is er niet door de deskundige getoetst hoe de rijeigenschappen van de vrachtwagen waren als er naast de lege karren ook tevens een voor deze vrachtwagen als normaal te beschouwen hoeveelheid bloemen op de karren was geplaatst?
Antwoord DEKRA opmerking 1
Er is door ons inderdaad alleen een proefrit met de vrachtwagen gemaakt met enkel de lege bloemenkarren als lading.
Het aanvullen van de lading tot de wettelijke maximale massa van de vrachtwagen zou betekenen dat er nog een gewicht van slechts 90 kg aan de bloemenkarren zou kunnen worden toegevoegd. De 90 kg extra zal niet leiden tot andere rijeigenschappen van de vrachtwagen ten opzichte van de totale massa van de vrachtwagen waarmee wij de proefrit hebben gereden.
Een als normaal te beschouwen lading bloemen, die qua volume op de bloemenkarren zou kunnen worden vervoerd, zal de 90 kilogram aannemelijk overschrijden, en is in verband met de wettelijk toegestane maximale massa van de vrachtwagen, die door de RDW is bepaald op 7.490 kg, dus niet toegestaan.
Opmerking 2
Pagina 6, paragraaf 3.1.b Antwoord op vraag 1:
De deskundige geeft aan dat de Mercedes Atego 818 geschikt is voor de transport en distributie van bloemen, zonder dat de deskundige daadwerkelijk met een als normaal te beschouwen bloemenbelading met de vrachtwagen heeft gereden en dus op dat moment de rijeigenschappen van de vrachtwagen heeft kunnen vaststellen. Gelet op het voorgaande, waarop baseert de deskundige zijn antwoord op deze vraag aangezien hij deze specifieke vraag niet gedurende het deskundigenonderzoek heeft onderzocht (hij heeft immers alleen zonder bloemenbelading de rijeigenschappen van de vrachtwagen getoetst dus hoe kan hij dan een uitspraak doen over de vraag of de vrachtwagen geschikt is voor het transport van bloemen)?
Antwoord DEKRA opmerking 2
Door onze ervaring met vergelijkbare voertuigen, die worden ingezet voor distributie van bloemen, hebben wij in deze vastgesteld dat ook deze vrachtwagen qua inrichting, climaatbeheersing en mogenlijkheden om dergelijke vracht vast te zetten, geschikt is voor distributie van bloemen.
Dat de vrachtwagen wettelijk gezien naast de bloemenkarren nog maar slecht 90 kg aan lading mag vervoeren neemt niet weg dat de vrachtwagen wel geschikt voor voor distributie van bloemen.
Opmerking 3
Pagina 7, paragraaf 3.3b Antwoord op vraag 3
Bij de beantwoording van vraag 2 geeft de deskundige aan dat de vrachtwagen geschikt is voor het transport en de distributie van bloemen, mits de technisch maximale massa niet wordt overschreden. Bij het antwoord van de deskundige op vraag 3 geeft de deskundige aan dat de technische maximale massa van deze vrachtwagen 8.000 kilogram zou zijn. Dit wijkt af van het door de RDW voorgeschreven technische maximale massa van het voertuig (zoals deze ook onder F.1 op het kentekenbewijs is opgenomen), aangezien de RDW voorschrijft dat de technische maximale massa van deze vrachtwagen slechts 7.490 kg mag zijn. Hoe verhoudt het antwoord van de deskundige op vraag 3 zich tot de gegevens die zijn opgenomen in het kentekenregister van de RDW? Hoe heeft de deskundige de technische maximale massa van 8.000 kilogram bepaalt?
Antwoord DEKRA opmerking 3
De maximaal technische massa van 8.000 kg is door ons bepaald op basis van de op de vrachtwagen aangebrachte typeplaat. De maximale technische belasting van de vooras bedraagt volgens de fabrikant van de vrachtwagen 3.400 kg. Van de achteras bedraagt deze 4.600 kg. Bij elkaar opgeteld bedraagt de maximale technische belasting van de assen dus 8.000 kg.
Qua maximale technisch belasting van de assen zou de vrachtwagen dus meer kunnen vervoeren dan de door de RDW vastgestelde technische en wettelijke toegestane massa van 7.490 kg. De vastgestelde wettelijk toegestane massa is echter altijd lijdend.
(…)
Opmerking 9
Algemene vraag:
In het concept rapport geeft de deskundige aan dat de vrachtwagen volgens de deskundige geschikt is voor het transport en distributie van bloemen. Staat de deskundige nog steeds achter deze stelling indien in overweging moet worden genomen dat
(i)
de maximale technische massa en de maximale toegestane massa van deze vrachtwagen door de RDW is vastgesteld op 7.490 kg,
(ii)
[eiseres] de RDW niet kan verzoeken om deze massa’s op te hogen, aangezien deze massa’s door Daimler AG (de fabrikant van de vrachtwagen) aan de RDW zijn gecommuniceerd door middel van het Certificaat van overeenstemming,
(iii)
het als een economisch delict kwalificeert als de vrachtwagen op dit moment zwaarder wordt beladen dan 7.490 kg en
(iv)
indien de door [gedaagde] meegeleverde bloemenkarren in de vrachtwagen worden geplaatst er nog een laadvermogen resteert van 90 kg (7.490 kg – 7.400 kg) om daadwerkelijk bloemen in de vrachtwagen te vervoeren?
(…)
Antwoord DEKRA opmerking 9
Wij zijn en blijven van mening dat de vrachtwagen qua uitvoering, inrichting en uitrusting geschikt voor het transport en distributie van bloemen, mits men zich houdt aan de maximale wettelijke toegestane massa van de vrachtwagen.
Dat het in de praktijk niet efficiënt is, indien men ook gebruikt maakt van de bloemenkarren, om slechts maximaal 90 kg aan lading te mogen vervoeren, neemt niet weg dat de vrachtwagen op zich daarvoor wel geschikt is.
3.4.
[eiseres] heeft kritiek op het deskundigenrapport. Volgens haar heeft de deskundige slechts getoetst of gelet op (i) de inrichting van de vrachtwagen, (ii) de klimaatbeheersing in de vrachtwagen en (iii) de mogelijkheden om vracht vast te zetten, de vrachtwagen ‘hypothetisch gezien’ voor het vervoeren van bloemen zou kunnen worden gebruikt. Met deze ‘hypothetische manier’ van antwoorden miskent de deskundige volgens [eiseres] de rechtsvraag die hem is voorgelegd, namelijk of de vrachtwagen die door [gedaagde] aan [eiseres] is geleverd, beantwoordt aan de tussen deze partijen gesloten overeenkomst. Deze vraag moet volgens [eiseres] worden beantwoord door middel van een onderzoek, waarbij wordt getest of deze vrachtwagen daadwerkelijk voor het transport van bloemen kan worden gebruikt. Deze specifieke vraag is echter in zijn geheel niet door de deskundige beantwoord, aldus [eiseres] . De rechtbank volgt [eiseres] niet in haar kritiek en overweegt daartoe als volgt.
3.5.
Aan de deskundige is gevraagd te onderzoeken wat de eigenschappen en/of specificaties van de vrachtwagen zijn en of deze overeenkomen of afwijken van de normale eigenschappen en/of specificaties van een Mercedes Atego 818. Daarnaast is hem gevraagd te onderzoeken of de vrachtwagen een tekortkoming of gebrek heeft. Hiertoe is, in overleg met [eiseres] en [gedaagde] , aan de deskundige een aantal vragen voorgelegd. Deze vragen heeft de deskundige gemotiveerd beantwoord. De rechtbank zal in haar oordeel dan ook de uitkomsten van het deskundigenbericht betrekken.
Primaire vordering – non-conformiteit
3.6.
De centrale vraag in dit geschil is of de vrachtwagen beantwoordt aan de overeenkomst tussen partijen.
3.7.
Voor een goede leesbaarheid van dit vonnis, herhaalt de rechtbank wat zij heeft overwogen in het tussenvonnis ten aanzien van artikel 7:17 BW. Het uitgangspunt van dit artikel is dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
Heeft de vrachtwagen een gebrek of tekortkoming?
3.8.
Dat de geleverde zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik nodig zijn, houdt om te beginnen in dat er geen gebreken zijn die aan een normaal gebruik in de weg staan.
3.9.
De deskundige heeft de vraag of de vrachtwagen een gebrek of tekortkoming kent ontkennend beantwoord. Partijen hebben deze bevinding niet bestreden. De rechtbank neemt dit oordeel van de deskundige over en maakt dit tot de hare.
Heeft de vrachtwagen de eigenschappen die [eiseres] mocht verwachten?
3.10.
Nu vaststaat dat de vrachtwagen geen gebrek of tekortkoming heeft, is de volgende vraag of de vrachtwagen de eigenschappen bezit waarvan [eiseres] de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Niet in geschil is dat de vrachtwagen was bestemd voor het vervoer van bloemen. Dit betekent dat de vrachtwagen dus in ieder geval geschikt moet zijn om bloemen in te vervoeren.
Is de vrachtwagen geschikt om bloemen in te vervoeren?
3.11.
De deskundige komt tot de conclusie dat de vrachtwagen de eigenschappen heeft die van een Mercedes Atego 818 verwacht mogen worden en geschikt is om bloemen in te vervoeren. De rechtbank ziet in het door [eiseres] gestelde ten aanzien van deze bevindingen geen aanleiding om de conclusie van de deskundige op dit punt niet te volgen. De rechtbank neemt dit deskundig oordeel over.
3.12.
Dit betekent echter niet automatisch dat de vrachtwagen de eigenschappen bezit waarvan [eiseres] de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Volgens [eiseres] voldoet de vrachtwagen niet aan de overeenkomst, omdat die een ‘gebrek’ aan laadvermogen heeft.
Heeft de vrachtwagen voldoende laadvermogen?
3.13.
Volgens de deskundige kan er in totaal 1.380 kilogram aan lading probleemloos met de vrachtwagen worden vervoerd. Rekening houdend met de wettelijk toegestane massa, mag er 845 kilogram met de vrachtwagen worden vervoerd. Wanneer de vier karren die [eiseres] bij de koop van de vrachtwagen van [gedaagde] meegeleverd heeft gekregen in de vrachtwagen worden geplaatst, blijft er 90 kilogram aan laadvermogen over. De deskundige zegt hierover: “
Dat het in de praktijk niet efficiënt is, indien men ook gebruikt maakt van de bloemenkarren, om slechts maximaal 90 kg aan lading te mogen vervoeren, neemt niet weg dat de vrachtwagen op zich daarvoor wel geschikt is.”
3.14.
[eiseres] stelt dat deze inefficiëntie maakt dat de vrachtwagen niet conform is. Zij heeft de vrachtwagen gekocht inclusief de door [gedaagde] geleverde karren. Wanneer de karren in de vrachtwagen staan, blijft er slechts 90 kilogram aan laadvermogen over. De vrachtwagen kan dus geen normale belading van 500 kilogram aan bloemen vervoeren, aldus [eiseres] .
3.15.
[gedaagde] betwist dit en voert aan dat [eiseres] bij de koop van de vrachtwagen extra karren heeft bedongen die zij ‘altijd kon gebruiken’. Ze zijn niet specifiek met de vrachtwagen meegeleverd. [eiseres] heeft meerdere vrachtwagens, zodat zij kan kiezen of en
zo ja welke karren zij waar zou inzetten, aldus [gedaagde] . Volgens [gedaagde] heeft de vrachtwagen 780 kilogram wettelijk toegestaan laadvermogen voor bloemen, karren, fust en dergelijke. Hierdoor kunnen ruim voldoende bloemen worden vervoerd.
3.16.
De rechtbank overweegt als volgt. De deskundige heeft vastgesteld dat er rekening houdend met de wettelijk toegestane massa 845 kilogram met de vrachtwagen kan en mag worden vervoerd. Partijen hebben deze bevinding niet bestreden. De rechtbank gaat daarom uit van de juistheid van deze vaststelling.
3.17.
Dit betekent dat [eiseres] 845 kilogram aan laadvermogen heeft om te verdelen over een chauffeur, karren en bloemen. [gedaagde] heeft gemotiveerd gesteld dat [eiseres] hiermee voldoende laadvermogen heeft, waarbij [gedaagde] onder meer gewezen heeft op de mogelijkheid om lichtere karren van aluminium te gebruiken. [eiseres] heeft dit onvoldoende weersproken. Zij heeft aangevoerd dat zij ook met lichtere karren onvoldoende laadvermogen overhoudt om een lading van 500 kilogram aan bloemen te kunnen vervoeren. Dit heeft zij echter niet nader onderbouwd, hetgeen - gelet op het betoog van [gedaagde] - wel op haar weg had gelegen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de vrachtwagen, met gebruik van lichtere, aluminium karren, in beginsel een volgens [eiseres] normaal geachte lading van 500 kilogram aan bloemen kan vervoeren.
3.18.
Dit wordt anders als de vier bij de koop meegeleverde karren in de vrachtwagen worden geplaatst. Dan blijft er slechts 90 kilogram aan laadvermogen over. Of dit maakt dat de vrachtwagen niet voldoet aan de overeenkomst, kan niet worden bepaald op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de overeenkomst. Bij de uitleg van wat partijen hebben afgesproken komt het aan op hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en wat zij uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijs mochten afleiden (Haviltex-maatstaf).
3.19.
In de koopovereenkomst van de vrachtwagen van 27 november 2017 staat:

De vrachtwagen zal inclusief de volgende werkzaamheden afgeleverd worden:
koeling service beurt
Service beurt motor vrachtwagen
20 emmer haken leveren, 2 gaasveren monteren tip klep
4 gebruikte TM karren met klemmen (karren inkorten)
Schade repareren en zijwanden spuiten
Naam in sticker op zijwanden”
De tekst van de overeenkomst zegt niets over het laadvermogen van de vrachtwagen. Wel staat er dat de vrachtwagen zal worden afgeleverd inclusief 4 gebruikte karren. Of deze karren zijn bedoeld om exclusief in de vrachtwagen te gebruiken, vermeldt de overeenkomst niet.
3.20.
Partijen verschillen van mening over wat is afgesproken ten aanzien van de karren. [eiseres] stelt dat de karren expliciet met de vrachtwagen zijn meegeleverd. [gedaagde] heeft dit gemotiveerd betwist. Zij heeft onder meer een verklaring van de heer [A] overgelegd waarin staat:
“ […] is echter een onderhandelaar en hij wilde er wat karren bij, die hij altijd kon gebruiken. […] heeft ook nog een andere vrachtwagen en een distributiecentrum in Duitsland. Ik wilde de deal graag sluiten en ben tot een vergelijk met hem gekomen. Ik had nog wat gebruikte karren staan en zei dat […] er wat van mocht uitkiezen. Hij koos voor zware karren. Dat heb ik hem ook gezegd maar hij zei dat hij ze wel zou inzetten waar dat mogelijk was.”Gelet op deze gemotiveerde betwisting en het feit dat [eiseres] zijn stelling niet verder heeft onderbouwd, gaat de rechtbank ervan uit dat de karren niet zijn meegeleverd om alleen in de vrachtwagen te worden gebruikt.
3.21.
Partijen hebben bij het sluiten van de koopovereenkomst niet gesproken over de belading van de vrachtwagen. De vraag of het gekochte aan de overeenkomst beantwoordt, moet worden beoordeeld aan de hand van alle relevante omstandigheden van het geval (vgl. HR 23 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3733). Voor het antwoord op de vraag welke eigenschappen de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten, is niet alleen van belang van welke eigenschappen de verkoper is uitgegaan en hetgeen hij daarover aan de koper heeft meegedeeld, maar ook wat koper ten tijde van sluiten van de overeenkomst wist dan wel redelijkerwijs had kunnen weten (HR 21 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8295).
3.22.
Voor de verwachtingen die partijen mochten hebben ten aanzien van de belading, is van belang voor welk doel de vrachtwagen is gekocht. Beide partijen zijn het erover eens dat [eiseres] de vrachtwagen heeft gekocht voor de distributie en verkoop van bloemen in Duitsland. Het was de bedoeling dat de vrachtwagen in Duitsland zou blijven staan en daar zou worden bevoorraad vanuit Nederland. [eiseres] zou de vrachtwagen niet gebruiken voor transport van Nederland naar Duitsland. De overeenkomst ziet dus op de koop van een vrachtwagen voor de distributie van bloemen in Duitsland, niet bestemd voor internationaal transport. Dit lijkt erop te duiden dat [eiseres] heeft gevraagd om een lichte vrachtwagen, niet bedoeld voor zwaar transport. Tijdens de comparitie heeft [eiseres] verklaard dat zij een niet al te grote vrachtwagen wilde. [gedaagde] mocht dus begrijpen dat er geen zware ladingen mee vervoerd zouden worden in het kader van internationaal transport.
3.23.
[eiseres] stelt dat zij er op mocht vertrouwen dat zij met de vrachtwagen 500 kilogram aan bloemen kan vervoeren nadat de karren in de vrachtwagen zijn geplaatst. Het gezamenlijk gewicht van de vier bloemenkarren is door de deskundige door weging vastgesteld op 780 kilogram. Dit betekent dat [eiseres] er bij de koop van de vrachtwagen vanuit ging dat zij een lading van in totaal 1280 kilogram met de vrachtwagen kon vervoeren (780 kilogram aan karren + 500 kilogram aan bloemen).
3.24.
[eiseres] wilde een niet al te grote vrachtwagen. Het is een feit van algemene bekendheid dat een kleinere vrachtwagen minder laadvermogen heeft dan een grote. [eiseres] moest er dan ook vanuit gaan dat zij met de Mercedes Atego 818 minder laadvermogen zou hebben dan met een grote vrachtwagen. Als het voor [eiseres] essentieel is dat zij een lading van in totaal bijna 1300 kilogram kan vervoeren met de vrachtwagen, had zij hier duidelijker over moeten zijn bij de koop van de vrachtwagen. Het lag op haar weg om dit aan te geven en hier navraag naar te doen.
3.25.
In dit verband speelt ook het RDW certificaat van de vrachtwagen een rol. Dit certificaat geeft aan wat de maximale belading van de vrachtwagen is. [eiseres] heeft dit voor de aankoop van de vrachtwagen niet gecheckt. Zij stelt dat zij dit niet hoefde te onderzoeken omdat het om normaal laadvermogen gaat, waarvan zij de aanwezigheid mocht verwachten. Gelet op het hiervoor overwogene, had [eiseres] het RDW certificaat voorafgaand aan de koop moeten checken.
3.26.
Nu [eiseres] bij de koop van de vrachtwagen niet heeft aangegeven hoeveel lading zij met de vrachtwagen wilde vervoeren, kon het voor [gedaagde] niet duidelijk zijn dat [eiseres] rekende op een laadvermogen van ongeveer 1300 kilogram. [gedaagde] ging uit van een
kleinere belading, voor distributie in Duitsland. [gedaagde] hoefde [eiseres] dan ook niet te informeren over het laadvermogen van de vrachtwagen.
3.27.
Dit leidt de rechtbank tot het volgende oordeel. De essentie van de koopovereenkomst is de vrachtwagen. Die heeft de eigenschappen die [eiseres] daarvan mocht verwachten. De vrachtwagen heeft een laadvermogen van 845 kilogram. Bij toepassing van lichte, aluminium karren is dat voldoende om een door [eiseres] normaal geachte lading bloemen van 500 kilogram te kunnen vervoeren. Dit wordt anders wanneer [eiseres] in de vrachtwagen gebruik maakt van de vier bij de koop meegeleverde karren. In dat geval kan er geen lading bloemen van 500 kilogram in worden vervoerd. Echter, uit het voorgaande volgt dat de karren zijn bijgeleverd en niet behoren tot de essentie van de overeenkomst. Wanneer de karren worden gebruikt om 500 kilogram bloemen te vervoeren is de vrachtwagen te zwaar beladen. De vraag is of deze omstandigheid [eiseres] het recht geeft de overeenkomst te ontbinden op grond van non-conformiteit.
Ontbinding op grond van non-conformiteit?
3.28.
Voor een rechtsgeldig beroep op ontbinding is een ingebrekestelling nodig, tenzij nakoming tijdelijk of blijvend onmogelijk is (artikel 6:265 lid 2 in samenhang met 6:82 lid 2 BW). [eiseres] heeft de overeenkomst ontbonden zonder [gedaagde] in gebreke te stellen, omdat zij van mening is dat de vrachtwagen non-conform is en niet hersteld kan worden.
3.29.
[gedaagde] betwist dit. Zij heeft aangeboden lichtere aluminium karren te leveren. Andere klanten van [gedaagde] werken in hetzelfde type auto met aluminium karren en hebben daar goede ervaringen mee, aldus [gedaagde] . Daarnaast heeft [gedaagde] aangeboden om samen met [eiseres] naar de belading van de vrachtwagen te kijken. [eiseres] is hier niet op ingegaan. Lichtere karren zijn volgens haar geen oplossing, omdat er ook dan onvoldoende gewicht over blijft om een normale lading bloemen te kunnen vervoeren. Zij heeft deze stelling niet nader onderbouwd. Daarmee heeft [eiseres] onvoldoende gesteld tegenover het aanbod van [gedaagde] om lichtere karren te leveren en zo de beperkende omstandigheden van het gebruik van de zware karren /een eventuele tekortkoming te herstellen. De inschatting en handelswijze van [eiseres] dat nakoming blijvend onmogelijk is, is zonder de benodigde onderbouwing gebleven. Dat nakoming blijvend onmogelijk was is dan ook niet komen vast te staan. Daaruit volgt dat [eiseres] [gedaagde] in gebreke had moeten stellen, zodat [gedaagde] in de gelegenheid zou worden gesteld om een eventuele tekortkoming te herstellen. [eiseres] heeft dit nagelaten, terwijl vast staat dat [gedaagde] hiertoe bereid was. Nu een ingebrekestelling ontbreekt, is [gedaagde] niet in verzuim geraakt. Uit artikel 6:265 lid 2 BW volgt dan dat [eiseres] niet de bevoegdheid had of heeft om de overeenkomst te ontbinden. Op deze grond moet de vordering van [eiseres] tot ontbinding van de koopovereenkomst worden afgewezen.
Secundaire vordering - dwaling
3.30.
Het subsidiaire beroep van [eiseres] op dwaling kan gezien het voorgaande ook niet slagen. Partijen hebben uitgebreid onderhandeld en gesproken over het doel van de vrachtwagen. Het ging om een niet al te grote vrachtwagen voor distributie in Duitsland, niet bedoeld voor zwaar internationaal transport. Mocht [eiseres] al gedwaald hebben over het laadvermogen van de vrachtwagen, dan is die dwaling in elk geval niet veroorzaakt door een inlichting van [gedaagde] of het ontbreken daarvan, zoals artikel 6:228 BW vereist. [eiseres] wist dat zij een kleinere vrachtwagen kocht met daarbij horend een kleiner laadvermogen. Het had op haar weg gelegen om navraag en onderzoek naar de door haar gewenste eigenschappen te doen.
3.31.
Nu de koopoverkomst tussen [eiseres] en [gedaagde] niet rechtsgeldig is ontbonden of vernietigd, worden ook de overige vorderingen van [eiseres] afgewezen.
3.32.
Dan resteert het oordeel over de proceskosten. De eindnota van de deskundige is gelijk aan het in rekening gebrachte voorschot van € 5.250,- (inclusief BTW). Partijen hebben geen opmerkingen geplaatst bij de eindnota van de deskundige. De rechtbank stelt het honorarium van de deskundige daarom vast op € 5.250,- (inclusief BTW) en zal de griffier instrueren de nota van de deskundige uit het voorschot te betalen.
3.33.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Hieronder worden begrepen de kosten verbonden aan het door de deskundige verrichte onderzoek van € 5.250,- wat betekent dat [eiseres] deze, bij wijze van voorschot in rekening gebrachte, kosten definitief moet dragen. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 1.950,00
- salaris advocaat € 5.121,00 (3 punten × € 1.707,00)
Totaal € 7.071,00

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 7.071,00,
4.3.
begroot de kosten van de deskundige op € 5.250,-,
4.4.
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank het onder 4.3. genoemde bedrag uit het voorschot van [eiseres] aan de deskundige zal voldoen,
4.5.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.A.M. Kroft en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2020. [1]

Voetnoten

1.type: