Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. M. Schaap-Huijsmans, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 april 2020 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een eiser van Jordaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 18 februari 2020 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft partijen gevraagd om schriftelijk hun beroepsgronden en verweer in te dienen, gezien de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Op 24 maart 2020 heeft verweerder de maatregel van bewaring opgeheven, maar eiser heeft zijn beroep voortgezet, stellende dat de maatregel onrechtmatig was.
De rechtbank heeft overwogen dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de maatregel van bewaring was opgeheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring tot het sluiten van het onderzoek rechtmatig was, maar dat de vraag blijft of de voortduring van de maatregel onrechtmatig was. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder eerder had moeten concluderen dat er geen zicht op uitzetting was, maar de rechtbank oordeelt dat er op het moment van opheffing van de maatregel nog steeds zicht op uitzetting was, ondanks de tijdelijke belemmeringen door de coronamaatregelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Kos, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Schaap-Huijsmans, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.