Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3d. niet dan wel niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit;
3i. te kennen heeft gegeven dat hij geen gevolg zal geven aan zijn verplichting tot terugkeer;
3j. aan de grens te kennen heeft gegeven een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te willen indienen, en zijn aanvraag met toepassing van de grensprocedure niet in behandeling is genomen, niet-ontvankelijk is verklaard of is afgewezen als kennelijk ongegrond;
en als lichte gronden vermeld dat eiser:
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
1 februari 2020 en de beslissing op zijn asielaanvraag niet in het dossier zitten. Verweerder heeft hier wel naar verwezen bij het opleggen van de maatregel. Omdat het dossier onvolledig is en bij het opleggen van de maatregel deze informatie door eiser wel naar voren is gebracht, stelt eiser zich op het standpunt dat verweerder nimmer tot een juiste belangenafweging heeft kunnen komen. Die belangenafweging is voor de rechtbank zonder de juiste stukken ook niet verifieerbaar, noch controleerbaar.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
mr. M. Schaap-Huijsmans, griffier.