ECLI:NL:RBDHA:2020:3327

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2020
Publicatiedatum
10 april 2020
Zaaknummer
NL20.7486
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen voortduren van de maatregel van bewaring in het kader van vreemdelingenrecht tijdens de coronacrisis

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, tegen de maatregel van bewaring die op 3 februari 2020 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek op 1 april 2020 gesloten.

Eiser stelt dat er in verband met het Coronavirus geen zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn, aangezien het vliegverkeer naar Marokko is stopgezet en hij al bijna twee maanden in vreemdelingenbewaring zit. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het zicht op uitzetting niet ontbreekt, omdat de uitzettingsbelemmeringen tijdelijk van aard zijn. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring getoetst en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 17 februari 2020 rechtmatig was. De rechtbank concludeert dat de redelijke termijn ten aanzien van de maatregel op dit moment nog niet in het geding is.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Pronk, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.7486

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. B. Snoeij),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 3 februari 2020 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek op 1 april 2020 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] .
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 24 februari 2020 (in de zaak NL20.3217) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, te weten 17 februari 2020, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek de maatregel van bewaring rechtmatig is.
4. Eiser stelt zich op het standpunt dat er in verband met het Coronavirus geen zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn. Vliegverkeer naar Marokko is niet meer mogelijk. Eiser zit ook al bijna 2 maanden in vreemdelingenbewaring. Onder deze omstandigheden is de voortduring van de maatregel van bewaring onrechtmatig.
4.1
De rechtbank is van oordeel dat zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn niet ontbreekt. Hoewel er niet op korte termijn naar Marokko kan worden gevlogen vanwege het Coronavirus en op dit moment nog onduidelijk is hoelang de huidige maatregelen ter bestrijding van (de verspreiding van) het Coronavirus zullen duren, zijn de uitzettingsbelemmeringen naar hun aard tijdelijk. Daarom ziet de rechtbank op dit moment geen aanleiding om te oordelen dat het zicht op uitzetting naar Marokko op een zodanige manier ontbreekt dat tot opheffing van de maatregel dient te worden overgegaan.
Vast staat dat de redelijke termijn ten aanzien van de maatregel op dit moment nog niet in het geding is. Indien de situatie dat tijdelijk niet tot uitzetting kan worden overgegaan te lang gaat voortduren, kan eiser de zaak opnieuw voorleggen. De beroepsgrond van eiser slaagt niet.
5. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. Pronk, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus wordt deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Deze uitspraak is gedaan op: