ECLI:NL:RBDHA:2020:3109

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 maart 2020
Publicatiedatum
6 april 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 1978
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid voorzieningenrechter in zaak inzake invordering rijbewijs en buitengebruikstelling kenteken onder WAHV

Op 31 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, die haar rijbewijs had ingevorderd gekregen, een verzoek om voorlopige voorziening had ingediend. Verzoekster had op 10 maart 2020 vernomen dat haar rijbewijs was ingevorderd op basis van artikel 28a van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV) of dat het kenteken van haar auto buiten gebruik was gesteld op basis van artikel 28b van de WAHV. Hiertegen had zij bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek gesloten op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat betekent dat er uitspraak wordt gedaan zonder onderzoek ter zitting.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek zich richt tegen een invordering van het rijbewijs en dat er geen beroep kan worden ingesteld tegen besluiten die zijn genomen op grond van de WAHV, zoals bepaald in artikel 8:5, eerste lid, van de Awb. De beoordeling van het verzoek valt onder de bevoegdheid van de kantonrechter, waardoor de voorzieningenrechter zich onbevoegd heeft verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr.drs. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. A. Badermann. Vanwege de coronamaatregelen is de beslissing niet op een openbare zitting uitgesproken, maar zal deze later alsnog worden gedaan. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/1978
uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 maart 2020 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde mr. J. Biemond),
tegen

de minister van Veiligheid en Justitie, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft op 10 maart 2020 telefonisch vernomen dat haar rijbewijs is ingevorderd conform artikel 28a van de Wet Administratief rechtelijke handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV) dan wel dat het kenteken van haar personenauto buiten gebruik gesteld is conform artikel 28b van de WAHV.
Verzoekster heeft daartegen bij brief van 10 maart 2020 bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
Het verzoek is met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gesloten. Dit houdt in dat uitspraak zal worden gedaan zonder onderzoek ter zitting.

Overwegingen

De voorzieningenrechter stelt vast dat het verzoek zich richt tegen een invordering van het rijbewijs als bedoeld in artikel 28a van de WAHV dan wel buitengebruikstelling als bedoeld in artikel 28b van de WAHV.
Ingevolge artikel 8:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage kan geen beroep worden ingesteld tegen besluiten die worden genomen op grond van de WAHV. Het verzoek dient daarom te worden beoordeeld in het kader van de WAHV. Tot die beoordeling is de kantonrechter bevoegd.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr.drs. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van
mr. A. Badermann, griffier, op 31 maart 2020.
griffier voorzieningenrechter
Als gevolg van de maatregelen rondom het Coronavirus is deze beslissing niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.