ECLI:NL:RBDHA:2020:3104
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking documenten Wet openbaarheid van bestuur
Op 6 april 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Mercura Trade & Services Europe BV en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Verzoekster, Mercura Trade & Services Europe BV, had op 19 december 2019 een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van verweerder van 5 december 2019. Dit besluit betrof de uitgestelde openbaarmaking van documenten die waren opgevraagd op basis van de Wet openbaarheid van bestuur. Verzoekster had tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend. Op 9 maart 2020 heeft verweerder aan de rechtbank medegedeeld dat het primaire besluit opgeschort zou worden tot zes weken na de beslissing op het bezwaarschrift. Hierop heeft verzoekster haar verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verweerder in bezwaar aan verzoekster is tegemoetgekomen door de tenuitvoerlegging van het primaire besluit op te schorten. Aangezien verzoekster proceskosten heeft gemaakt, is het verzoek om vergoeding van deze kosten gegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 262,50, en heeft bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van € 354,- aan haar moet worden terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Badermann, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de beslissing niet op een openbare zitting uitgesproken, maar zal dit op een later moment alsnog gebeuren. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.