ECLI:NL:RBDHA:2020:3048
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leiden inzake de declaratieregeling maatschappelijke participatie
Op 30 maart 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De zaak betreft een beroep van eiser tegen het besluit van verweerder, waarin het bezwaar van eiser tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiser had op 12 november 2017 een aanvraag ingediend voor de declaratieregeling maatschappelijke participatie, maar had geen declaratieformulier ingediend voor de kosten die hij had gemaakt. Verweerder had de aanvraag in eerste instantie goedgekeurd, maar later het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, omdat eiser niet had voldaan aan de voorwaarden van de regeling. Tijdens de zitting op 17 februari 2020 heeft eiser aangevoerd dat hij recht had op een tegemoetkoming, maar de rechtbank oordeelde dat hij zijn kosten niet had gedeclareerd en verweerder daarom niet tot uitbetaling hoefde over te gaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M.P. Verloop, rechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Kraan, griffier. De uitspraak is gepubliceerd op rechtspraak.nl.