In deze zaak gaat het om een omgevingsvergunning voor een dakterras dat reeds gerealiseerd was op een uitbouw van een woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de constructieberekening die ten grondslag ligt aan het primaire besluit niet overeenkomt met de feitelijke situatie van de uitbouw. Hierdoor is het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid en niet draagkrachtig gemotiveerd. De beroepen van de eiseressen zijn gegrond verklaard en de bestreden besluiten zijn vernietigd, maar de rechtsgevolgen van deze besluiten blijven in stand. De rechtbank heeft de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB) benoemd om advies uit te brengen over de constructieve veiligheid van het dakterras. De StAB concludeert dat de dakconstructie voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit, wat de rechtbank uiteindelijk volgt. De rechtbank heeft ook overwogen dat het dakterras in strijd is met het bestemmingsplan, maar dat de rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten in stand kunnen blijven omdat het gebruik van het dakterras geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat met zich meebrengt. Eiseressen hebben ook proceskosten vergoed gekregen, inclusief deskundigenkosten, maar niet in de door hen gevraagde hoogte. De uitspraak is gedaan op 24 maart 2020.