ECLI:NL:RBDHA:2020:2842

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 maart 2020
Publicatiedatum
30 maart 2020
Zaaknummer
AWB - 20 / 2109
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen verkeersbesluit voor 30 kilometer per uur zone

In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen een verkeersbesluit van de burgemeester en wethouders van Katwijk. Dit besluit, genomen op 4 februari 2020, houdt in dat er een 30 kilometer per uur zone wordt ingesteld in de [straat] in [plaats]. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en hebben de voorzieningenrechter gevraagd om het besluit te schorsen, omdat zij van mening zijn dat hun belangen niet zijn meegenomen en dat er betere alternatieven zijn voor het realiseren van snelheidsbeperkingen. Ze vrezen dat de geplande verkeersdrempel, die dicht bij hun woning zal komen te liggen, zal leiden tot schade aan hun woning en een aantasting van hun leefmilieu door trillingen.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat het verkeersbesluit enkel de instelling van een 30-zone betreft en niet het plaatsen van verkeersdrempels. De voorzieningenrechter heeft aangegeven dat de snelheidsbeperkingen en het aanleggen van verkeersdrempels feitelijke handelingen zijn die niet gericht zijn op een rechtgevolg, en dat een verkeersdrempel niet onder de gevallen valt waarvoor een verkeersbesluit nodig is volgens de Wegenverkeerswet 1994. Verzoekers kunnen zich voor een rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van de beoogde verkeersdrempel wenden tot de burgerlijke rechter.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Er zijn geen omstandigheden gebleken op grond waarvan een van de partijen in de proceskosten van de andere partij zou moeten worden veroordeeld. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van mr. G.A. Verhoeven, griffier, op 26 maart 2020. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal later alsnog worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/2109
uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 maart 2020 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , te [woonplaats] , verzoekers,

(gemachtigde B. Benard),
tegen

burgemeester en wethouders van Katwijk, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 4 februari 2020 heeft verweerder een verkeersbesluit genomen, inhoudende voor zover relevant het instellen van een 30 kilometer per uur zone (30-zone) in de [straat] in [plaats] .
Verzoekers hebben tegen het besluit bezwaar gemaakt. Tevens hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat de voorzieningenrechter uitspraak kan doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen indien de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken.
2. Verzoekers hebben de voorlopige voorzieningenrechter gevraagd om het bestreden besluit te schorsen omdat de belangen van verzoekers niet zijn meegenomen en er betere alternatieven zijn om snelheidsbeperkingen te realiseren. De reden hiervoor is dat een beoogde verkeersdrempel op zeer korte afstand voor hun woning zal komen te liggen met als gevolg beschadiging van hun woning alsmede een aantasting van hun leefmilieu. Een verkeersdrempel creëert trillingen wat leidt tot zettingen en scheuren in muren en fundering en zeer onaangename voelbare trillingen in het lichaam van de bewoners.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is en overweegt daartoe het volgende. Verweerder heeft bij het bestreden besluit een 30-zone ingesteld en het besluit strekt niet tot het plaatsen van drempels. De snelheidsbeperkingen, als het aanleggen van de verkeersdrempel, zijn uitvoeringswerkzaamheden ten behoeve van de herinrichting van de [straat] in [plaats] . Het zijn feitelijke handelingen die niet gericht zijn op een rechtgevolg.
4. Daarbij overweegt de voorzieningenrechter dat artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer omschrijven voor welke gevallen een verkeersbesluit nodig is. Een verkeersdrempel valt daar niet onder. Verder volgt ook uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 7 februari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:415) dat het plaatsen van een verkeersdrempel een feitelijke handeling is.
5. Voor een rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van de beoogde verkeersdrempel kunnen verzoekers zich wenden tot de burgerlijke rechter.
6. Het verzoek is niet-ontvankelijk.
7. Van omstandigheden op grond waarvan een van de partijen zou moeten worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte proceskosten, is de voorzieningenrechter niet gebleken.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. G.A. Verhoeven, griffier op 26 maart 2020.
griffier voorzieningenrechter
Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op rechtspraak.nl
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.