Op 27 maart 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De verdachte heeft op 29 mei 2016 in Voorhout, gemeente Teylingen, met een mes in de hals/nek van het slachtoffer gesneden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met voorwaardelijk opzet heeft gehandeld, aangezien het gebruik van een mes in de hals/nek een aanzienlijke kans op de dood met zich meebrengt. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever en getuigen als bewijs gebruikt, waaruit bleek dat de verdachte de enige aanwezige vrouw was en dat zij het slachtoffer heeft verwond. De verdachte heeft ontkend het slachtoffer te hebben verwond, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de getuigen en de aangever overtuigend waren. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan poging tot doodslag en heeft een gevangenisstraf van 20 maanden opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar psychische problemen, maar oordeelde dat de ernst van het feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigde.