ECLI:NL:RBDHA:2020:2650

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 maart 2020
Publicatiedatum
24 maart 2020
Zaaknummer
C/09/589302 / FA RK 20-1193
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging en verplichte zorg in het kader van geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 maart 2020 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden en bepaalde vormen van verplichte zorg voor de duur van vier maanden. De beschikking is gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, die een zorgmachtiging heeft aangevraagd op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene, geboren in 1997, die momenteel verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis.

Tijdens de zitting heeft de advocaat van de betrokkene primair afwijzing van de zorgmachtiging bepleit, waarbij de betrokkene zelf aangaf dat hij niet psychotisch is en niet wil worden opgenomen. De ouders van de betrokkene hebben ook hun bezorgdheid geuit over de lange duur van de opname. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene onvoldoende bereidheid toont om mee te werken aan vrijwillige zorg. Daarom is verplichte zorg noodzakelijk geacht.

De rechtbank heeft de verzochte vormen van zorg beoordeeld en bepaald dat het toedienen van medicatie, medische controles en toezicht voor de duur van zes maanden noodzakelijk zijn, terwijl de beperkingen in bewegingsvrijheid, insluiting en andere maatregelen voor de duur van vier maanden zijn toegestaan, maar alleen gedurende een opname in een accommodatie. De rechtbank heeft de overige verzoeken afgewezen en geconcludeerd dat de zorgmachtiging voldoet aan de criteria van de Wvggz. De beschikking is op 19 maart 2020 schriftelijk vastgesteld en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/589302 / FA RK 20-1193
Datum beschikking: 10 maart 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1997, [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. M.G. Eckhardt te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 21 februari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 21 februari 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 26 februari 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 maart 2020.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de [arts] ;
- de ouders van betrokkene.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet de gehele zitting bereid was zich te doen horen, immers heeft hij de zittingsruimte tegen het einde van de zitting verlaten.

Standpunten ter zitting

De advocaat heeft primair afwijzing van de zorgmachtiging bepleit. Betrokkene geeft aan dat er niets met hem aan de hand is en betwist dus dat hij psychotisch is. Betrokkene wil niet worden opgenomen en hij is voorts bereid om afspraken te maken over de overige vormen van zorg. Betrokkene heeft in het verleden laten zien dat dit goed mogelijk is en dat hij de afspraken ook nakomt. Betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat hij naar een ander land wil. Subsidiair is bepleit de opname te beperken in duur. Zes maanden is op basis van de voorgeschiedenis een te lange termijn. Hij is bovendien momenteel al sinds 17 februari 2020 zonder wettelijke titel opgenomen. Weliswaar is voor afloop van de voorwaardelijke machtiging een verzoek tot het verlenen van een nieuwe voorwaardelijke machtiging ingediend, maar de conversie van de voorwaardelijke machtiging heeft meer dan vier weken na afloop van deze machtiging plaatsgevonden.
De ouders van betrokkene hebben aangegeven dat een opname van 6 maanden erg lang is, mede gelet op de leeftijd van betrokkene. Zij hebben de indruk dat betrokkene gedurende de opname slechts medicatie toegediend krijgt, en bovendien een te grote hoeveelheid, en er verder niets gebeurt. De behandelaren zouden meer moeten doen dan nu het geval is.
De arts heeft medegedeeld dat betrokkene gedurende de huidige opname een psychotisch toestandsbeeld laat zien. Hij zal de komende tijd opnieuw worden ingesteld op medicatie om te stabiliseren. Hij neemt de medicatie onder toezicht in en het toestandsbeeld is inmiddels al iets verbeterd, maar nog onvoldoende om veilig met ontslag, of naar een open afdeling te kunnen. Daar wordt aan gewerkt. De zorgmachtiging is nodig, omdat de betrokkene niet wil worden opgenomen, maar ook omdat na opname bepaalde vormen van verplichte zorg nodig zijn om een terugval te voorkomen. Als de betrokkene vandaag de instelling verlaat is het risico groot dat de situatie voorafgaand aan de opname zich herhaalt.
Het toedienen van vocht en voeding en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek zijn niet noodzakelijk als verplichte vormen van zorg. De andere verzochte vormen van zorg zijn wel noodzakelijk.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis- of andere psychotische stoornis. In hetgeen door de betrokkene is aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan het oordeel van de deskundigheid van de psychiater.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De betrokkene toont daartoe onvoldoende bereidheid.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
- toedienen van vocht;
- toedienen van voeding;
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Ter zitting is gebleken dat het toedienen van vocht en voeding niet (meer) noodzakelijk zijn. De rechtbank zal het verzoek in zoverre afwijzen. Het beperken van de bewegingsvrijheid, insluiten, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, zijn alleen noodzakelijke vormen van zorg gedurende een eventuele opname. Een opname is naar verwachting slechts noodzakelijk voor een maximale duur van 4 maanden.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
De zorgmachtiging zal ten aanzien van de maatregelen inhoudende:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
De zorgmachtiging zal ten aanzien van de maatregelen inhoudende:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
worden verleend voor de duur van vier maanden. Het verzoek zal voor het overige worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1997, [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie voor de duur van 6 maanden;
- verrichten medische controles voor de duur van 6 maanden;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van 6 maanden;
bepaalt dat deze machtiging voor voornoemde maatregelen geldt tot en met uiterlijk 10 september 2020;
en inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg voorts de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van 4 maanden, alleen toe te passen gedurende een opname in een accommodatie;
- insluiten voor de duur van 4 maanden, alleen toe te passen gedurende een opname in een accommodatie;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van 4 maanden, alleen toe te passen gedurende een opname in een accommodatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van 4 maanden, alleen toe te passen gedurende een opname in een accommodatie;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van 4 maanden;
bepaalt dat deze machtiging ten aanzien van voornoemde maatregelen geldt tot en met uiterlijk 10 juli 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. O.F. Bouwman, rechter, bijgestaan door mr. R. Westerhof als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 maart 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 maart 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.