ECLI:NL:RBDHA:2020:2648
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid onder de Wet WIA na medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Kaya, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 20 februari 2019, waarin haar bezwaar tegen de wijziging van haar arbeidsongeschiktheid naar 48,13% ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 10 februari 2016 een WIA-uitkering ontving, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 48,45%. Na een herbeoordeling door de Stichting Horizon, haar ex-werkgever, heeft verweerder de mate van arbeidsongeschiktheid gewijzigd. Eiseres was het niet eens met deze wijziging en voerde aan dat de verzekeringsarts ten onrechte naar eerdere rapportages had verwezen en dat haar klachten onvoldoende waren erkend. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat de rapportages van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat er geen aanleiding was om de medische beoordeling te betwisten. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de wijziging van haar arbeidsongeschiktheid naar 48,13% in stand blijft. De uitspraak is gedaan in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).