Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres wenst verblijf bij referent, haar gestelde zoon. Referent was minderjarig toen hij Nederland inreisde en zijn asielaanvraag deed. Aan referent is op 9 juni 2017 een verblijfsvergunning verleend. Hierop heeft hij op 31 juli 2017 een mvv aangevraagd voor zijn vader en moeder in het kader van nareis, en voor twee broers, drie zussen, een stiefzus en een stiefbroer op grond van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Hierbij heeft de rechtbank geoordeeld dat referent op grond van de richtlijn 2003/86/EG (de Gezinsherenigingsrichtlijn) dient te worden aangemerkt als minderjarige en dat eisers in de gelegenheid gesteld dienen te worden om een “update” te bieden met betrekking tot de gestelde gezinsband.
niet kan worden uitgesloten dat eisers en referent niet over identificerende documenten met betrekking tot de gezinsband kunnen beschikken, omdat de woning, zoals door de gemachtigde van eisers ter zitting aangevoerd, zou zijn verbrand. Verweerder had in de gegeven omstandigheden ook aanleiding kunnen vinden om referent, voorafgaande aan de materiele beoordeling van de voorliggende aanvraag, eventueel vergezeld door zijn gemachtigde, te horen om te onderzoeken of en zo ja op welke wijze de familieband tussen eisers en referent mogelijk aannemelijk zou kunnen worden gemaakt.”
Verweerder heeft op 8 maart 2019 verzocht ontbrekende informatie op te sturen. Eiseres heeft hierop geboorteakten van twee zussen en een broer van referent en een “verklaring van leeftijdsschatting” van eiseres ingebracht. Bureau Documenten heeft deze documenten met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid echt bevonden. Niet kan worden vastgesteld of de documenten inhoudelijk juist zijn, dan wel bevoegd zijn opgemaakt en afgegeven.