In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.M. van der Zwan, een vordering ingesteld tegen Staedion Vastgoed Holding B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. W.A.J. Stregels, met betrekking tot de gevelgeluidswering van zijn woning. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen al diverse aspecten van de zaak behandeld, waaronder de noodzaak van deskundigenonderzoek naar de geluidshinder en de eisen die het Bouwbesluit 2003 stelt aan de gevelgeluidswering. In het eindvonnis van 25 maart 2020 heeft de rechtbank de vorderingen van eiser afgewezen, waarbij zij zich heeft gebaseerd op het deskundigenbericht dat concludeerde dat de woning van eiser voldeed aan de minimumeisen van het Bouwbesluit 2003. De rechtbank heeft de uitleg van artikel 3.2 van het Bouwbesluit 2003 bevestigd, waarbij zij oordeelde dat woningen langs wegen met een maximum snelheid van 30 km/u aan de minimumeisen van 20 dB(A) moeten voldoen, tenzij hogere grenswaarden zijn vastgesteld. Eiser heeft betoogd dat de GIW-garantie, die in de koop-/aannemingsovereenkomst is opgenomen, zou vereisen dat de woning aan strengere eisen voldeed, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat eiser onvoldoende feiten heeft aangedragen om deze stelling te onderbouwen. De rechtbank heeft ook de kosten van de deskundige vastgesteld en eiser veroordeeld in de proceskosten.