ECLI:NL:RBDHA:2020:2497

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 maart 2020
Publicatiedatum
20 maart 2020
Zaaknummer
NL20.1566
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 maart 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. P.P. Zweedijk, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 6 februari 2020, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M.M. Polman. Tijdens de zitting is ook een getuige gehoord. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om verweerder de gelegenheid te geven te reageren op een verklaring van de getuige. Na de zitting heeft de rechtbank partijen verzocht om aan te geven of uitspraak gedaan kon worden zonder nadere zitting, maar hierop is geen reactie ontvangen.

De voorzieningenrechter overweegt dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is zolang de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak (NL20.1565), is een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.1566

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.M. Polman),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. P.P. Zweedijk).

ProcesverloopBij besluit van 14 januari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdin de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.1565, plaatsgevonden op 6 februari 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen [naam tolk]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ter zitting heeft de rechtbank [naam getuige] van [naam bedrijf] als getuige gehoord.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om verweerder in de gelegenheid te stellen te reageren op een door eiser overgelegde verklaring van de heer [naam getuige]. Verweerder heeft op 13 februari 2020 van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Eiser heeft op 20 februari 2020 gereageerd.
De rechtbank heeft op 21 februari 2020 een bericht naar partijen verstuurd waarin hen is verzocht zo spoedig mogelijk aan te geven of uitspraak gedaan kan worden zonder nadere zitting en heeft hen daarbij een termijn van een week gegeven. Een reactie van partijen is uitgebleven. De rechtbank heeft het onderzoek op 2 maart 2020 gesloten.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.1565, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter zal het verzoek om die reden afwijzen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.V. van Baaren, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R. Groeneveld, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.